Maan

Gebruik deze modus om op de maan te schieten.

  1. Draai de modusknop naar .
    • De standaardinstelling van de zelfontspanner is [ 3s ] (3 seconden). Om de instelling te wijzigen, drukt u op de multi-selector ( ).
  2. Kadreer de maan in de kaderrand ( 1 ).
    • Bij de groothoekzoomstand wordt de kaderrand weergegeven om de beeldhoek aan te geven die overeenkomt met die van een 1000 mm-lens (in 35 mm [135]-formaat) (standaardinstelling).
    • U kunt de gezichtshoek voor de kaderrand wijzigen door op de en selecteer [ Selectie brandpuntsafstand ].
  3. druk de knop.
    • De camera zoomt zo in dat het gebied binnen de kaderrand de volledige beeldhoek (brandpuntsafstand) in beslag neemt. Gebruik de zoomknop of de zijzoomknop om de kijkhoek/zoompositie aan te passen aan de opnameomstandigheden.
    • U kunt de tint aanpassen met de instelschijf.
    • Pas de helderheid met belichtingscompensatie aan op basis van de opnameomstandigheden, zoals de wassende en afnemende maan en de opnamevereisten.
      Belichtingscompensatie
  4. Schieten.
    • Tijdens autofocus stelt de camera scherp op het gebied in het midden van het beeld. De camera stelt scherp op oneindig.

De instelling van de maanmodus

De instellingen voor [ Brandpuntsafstand selecteren ] en tint worden opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs nadat de camera is uitgeschakeld.