De flitsmodus, zelfontspanner, scherpstelmodus en belichtingscompensatie instellen

Wanneer het opnamescherm wordt weergegeven, kunt u op de multi-selector ( ) ( ) ( ) ( ) om de hieronder beschreven functies in te stellen.

1Flash-modus
De flitsmodus kan worden ingesteld op basis van de opnameomstandigheden.
Flash-modus
2Belichtingscompensatie
U kunt de algehele helderheid van het beeld aanpassen.
Belichtingscompensatie
3Focus modus
Wanneer de selectieknop voor scherpstelling is ingesteld op (autofocus), kunt u de scherpstelmodus specificeren op basis van de afstand tot het onderwerp.
Autofocus gebruiken
4Zelfontspanner/Glimlachtimer
De camera ontspant de sluiter wanneer de opgegeven tijd verstrijkt nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt. Indien [ Glimlachtimer ] is ingesteld, ontspant de camera automatisch de sluiter wanneer een lachend gezicht wordt gedetecteerd.
Zelfontspanner
Glimlachtimer

De functies die kunnen worden ingesteld, variƫren afhankelijk van de opnamemodus.