Monitorinstellingen
Configureer instellingen zoals beeldbeoordeling en monitorhelderheid.
knop
(opstelling)
knop- Monitorinstellingen
- knop
| Optie | Beschrijving |
|---|---|
| Beeldbeoordeling | Stel in of het vastgelegde beeld al dan niet direct na het maken van de opname moet worden weergegeven.
|
| Monitoropties | Pas de helderheid en tint van de monitor aan.
|
| EVF-opties | Pas de helderheid en tint van de zoeker aan.
|
| Kaderraster weergeven/verbergen * | Stel in of er wel of niet een omkaderde hulplijn moet worden weergegeven op het opnamescherm.
|
| Histogrammen weergeven/verbergen * | Stel in of er al dan niet een grafiek moet worden weergegeven die de helderheidsverdeling in het beeld op het opnamescherm weergeeft. Het histogram gebruiken
|
| virtuele horizon* | Stel in of een virtuele horizon op het opnamescherm moet worden weergegeven. virtuele horizon
|
helderheid aanpassen, 
om de tint aan te passen en druk vervolgens op de
.
,
,
,
, of
modus en de selectieknop voor scherpstelling is ingesteld op
, wordt het histogram weergegeven als het opnamemenu
[ - Om deze indicatoren weer te geven of te verbergen, drukt u op de
(display)-knop wanneer [ Aan ] is geselecteerd.
Ze worden niet weergegeven tijdens het opnemen van een film.
virtuele horizon
U kunt de mate van kanteling van de camera in twee richtingen controleren.
- Rollende richting:
Wanneer de referentielijn geel wordt weergegeven, wordt de camera naar links of rechts gekanteld. De referentielijn wordt groen als de camera waterpas staat. Elke schaalmarkering staat voor 5 graden.
- Richting van de pitch
Wanneer de
in het midden geel wordt weergegeven, is de camera naar voren of naar achteren gekanteld. De wordt groen als de camera waterpas staat. Elke schaalmarkering staat voor 10 graden.
Precisie van de virtuele horizon
Merk op dat een fout groot wordt als de camera sterk naar voren of naar achteren wordt gekanteld. Als de camera onmeetbaar wordt gekanteld, worden de gradaties van de virtuele horizon uitgeschakeld.