Geluidsinstellingen

Bedieningsgeluiden instellen.

  1. knop
  2. (opstelling)
  3. knop
  4. Geluidsinstellingen
  5. knop
OptieBeschrijving
Knop geluidWanneer [ Aan ] (standaardinstelling) is geselecteerd, produceert de camera één pieptoon wanneer bewerkingen worden uitgevoerd, twee pieptonen wanneer is scherpgesteld op het onderwerp en drie pieptonen wanneer er een fout optreedt.
  • Geluiden zijn uitgeschakeld bij gebruik van de vogelobservatiemodus of [ Dierenportret ] scènemodus.
Sluiter geluidWanneer [ Aan ] (standaardinstelling) is geselecteerd, wordt het sluitergeluid geproduceerd wanneer de sluiter wordt ontspannen.
  • Het sluitergeluid wordt niet geproduceerd in de continu-opnamestand (behalve [ Continu H ] en [ Continu L ]), bij gebruik van belichtingsbracketing, bij het opnemen van films, bij gebruik van de vogelobservatiemodus of bij gebruik van [ Eenvoudig panorama ] of [ Huisdier portret ] scènemodus.