Films opnemen en afspelen

  1. Geef het opnamescherm weer.
    • Controleer de resterende opnametijd voor films op het scherm.
  2. Druk op de knop ( filmopname).
    • De camera begint met het opnemen van een film. De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
  3. Druk op de knop  () om de filmopname te stoppen.
  4. Selecteer een film in de schermvullende weergave en druk op van de multi-selector.
    • Een beeld waarin de gids voor filmweergave (1) wordt weergegeven is een film.

Gebied dat wordt vastgelegd in films

Maximale duur van een filmopname

Afzonderlijke filmbestanden kunnen niet langer duren dan 29 minuten, zelfs als er voldoende vrije ruimte op de geheugenkaart beschikbaar is voor langere opnamen. De maximale grootte van een enkel filmbestand bedraagt 4 GB.
Als een bestand groter is dan 4 GB wordt het opnemen beëindigd, zelfs als de opname korter is dan 29 minuten.

Opmerkingen over cameratemperatuur

  • De camera kan heet worden bij het langdurig opnemen van films of als de camera wordt gebruikt op een hete locatie.
  • Als het inwendige van de camera zeer heet wordt bij het opnemen van films, stopt de camera automatisch met opnemen. De resterende tijd totdat de camera stopt wordt weergegeven (10s) en het aftellen wordt gestart.
    Nadat de camera de opname heeft gestopt, schakelt de camera zichzelf uit.
    Laat de camera uitgeschakeld tot de binnenzijde van de camera is afgekoeld.

Opmerkingen over het opnemen van films

Opmerkingen over het opslaan van beelden of films

De aanduiding die het aantal resterende opnamen aangeeft of de aanduiding die de resterende filmduur aangeeft knippert of [Wacht tot camera klaar is met opnemen.] wordt weergegeven tijdens het opslaan van beelden of films. Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet en laat de batterijen of geheugenkaart zitten terwijl een aanduiding knippert. Als u dit niet doet, kunnen gegevens verloren gaan of kan de camera of de geheugenkaart beschadigd raken.

Opmerkingen over opgenomen films

  • De optische zoomfactor kan niet worden gewijzigd nadat het opnemen is gestart.
  • De beeldkwaliteit wordt mogelijk minder als de digitale zoom wordt gebruikt.
  • Het geluid van de werking van de multi-selector, de scherpstelbewegingen van het objectief en de werking van het diafragma bij verandering van de helderheid kunnen worden opgenomen.
  • De volgende zaken kunnen tijdens het opnemen van films op het scherm zichtbaar zijn. Deze zaken worden in de opgenomen films opgeslagen.
    • Er kunnen strepen optreden in opnamen die in de buurt van tl-lampen, kwikdamplampen of natriumlampen zijn gemaakt.
    • Onderwerpen die snel van de ene naar de andere zijde van het beeld bewegen, zoals een bewegende trein of auto, kunnen vervormd lijken.
    • De hele film kan vervormd lijken als de camera bewogen wordt.
    • Verlichting of andere heldere delen kunnen restbeelden achterlaten wanneer de camera bewogen wordt.
  • Afhankelijk van de afstand tot het onderwerp of de hoeveelheid zoom die wordt toegepast, kunnen bij onderwerpen met herhalende patronen (stoffen, vensters met kleine ruiten, etc.) gekleurde strepen verschijnen bij de opname en weergave van de film. Dit gebeurt wanneer het patroon in het onderwerp en de lay-out van de beeldsensor onderling voor interferentie zorgen. Dit is geen storing.

Opmerkingen over autofocus voor filmopname

Bij “Onderwerpen die niet geschikt zijn voor autofocus” werkt autofocus mogelijk niet zoals verwacht. In dit geval probeert u het volgende:
Kadreer een ander onderwerp (dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste onderwerp) in het midden van het beeld, druk op de knop ( filmopname) om de opname te starten en wijzig de compositie.