d10: Weergavemodus (foto Lv)

  1. G knop
  2. A menu met aangepaste instellingen

Kies of de camera de preview in de zoeker of monitor aanpast om te laten zien hoe opname-instellingen de tint en helderheid van de uiteindelijke foto beïnvloeden. Ongeacht de geselecteerde optie zijn de effecten van camera-instellingen altijd zichtbaar in de videomodus.

OptieBeschrijving
f[ Toon effecten van instellingen ]De effecten van witbalans, Picture Controls, belichtingscompensatie en andere instellingen die van invloed zijn op kleur en belichting zijn zichtbaar in de opnameweergave. Als u op 2 drukt wanneer [ Effecten van instellingen weergeven ] is gemarkeerd, worden de opties [ Altijd ] en [ Alleen wanneer de flitser niet wordt gebruikt ] weergegeven.
  • [ Altijd ]: De effecten van instellingen zijn ook zichtbaar bij gebruik van de ingebouwde flitser of wanneer een flitser is bevestigd en klaar is om te flitsen.
    • Deze instelling wordt aanbevolen wanneer het beeldscherm wordt gebruikt voor het aanpassen van de belichting van de achtergrond.
    • Het hoofdonderwerp kan donker lijken op het opnamescherm.
    • De helderheid van de scène die op het opnamescherm wordt weergegeven, kan afwijken van die van het werkelijke onderwerp als TTL is geselecteerd voor de flitserregelingsmodus met [ AAN ] geselecteerd voor [ ISO-gevoeligheidsinstellingen ] > [ Automatische ISO-gevoeligheidsregeling ] in het foto-opnamemenu.
  • [ Alleen wanneer de flitser niet wordt gebruikt ]: De helderheid van het scherm wordt aangepast voor een betere weergave (met uitzondering van enkele compensatiewaarden) zodat deze gelijk is aan [ Aanpassen voor een betere weergave ]) wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt of wanneer een flitser is bevestigd en klaar is om te flitsen. De effecten van instellingen op kleuren zijn zichtbaar.
  • f verschijnt in het opnamescherm.
g[ Aanpassen voor een betere leesbaarheid ]De effecten van wijzigingen in instellingen zoals witbalans, Picture Controls en belichtingscompensatie zijn niet zichtbaar in de opnameweergave. Als u op 2 drukt wanneer [ Aanpassen voor gebruiksgemak ] is gemarkeerd, worden de opties [ Auto ] en [ Aangepast ] weergegeven.
  • [ Auto ]: Kleur, helderheid en andere instellingen worden aangepast voor een betere weergave, waardoor u gemakkelijker foto's kunt kadreren en andere taken kunt uitvoeren.
  • [ Aangepast ]: Druk op 2 om individuele aanpassingen te maken aan [ Witbalans ], [ Picture Control instellen ] en [ Schaduwen verhelderen ].
    • [ Witbalans ]: Kies uit [ Huidige instelling bekijken ], [ Automatisch ] en [ Kleurtemperatuur kiezen ]. Selecteer [ Kleurtemperatuur kiezen ] om de kleurtemperatuur voor de opnameweergave te kiezen.
    • [ Picture Control instellen ]: Kies uit [ Huidige instelling bekijken ] en [ Aanpassen voor gebruiksgemak ].
    • [ Schaduwen verhelderen ]: Kies of en in welke mate de camera schaduwen (donkere gebieden) in het scherm verheldert; de beschikbare opties zijn [ Uit ], [ +1 ], [ +2 ] en [ +3 ]. Hoe hoger de waarde, hoe groter het effect.
  • g verschijnt in het opnamescherm.

Het menu Aangepaste instellingen