Voordat de accu of geheugenkaarten worden geplaatst, controleer of de hoofdschakelaar in de OFF (UIT)-positie staat. Plaats de accu zoals aangeduid en gebruik de accu om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden. De vergrendeling vergrendelt de accu op zijn plaats zodra de accu volledig is geplaatst.

Batterijvergrendeling

Houd de geheugenkaart in de getoonde richting en schuif deze in totdat deze op zijn plaats klikt.

De accu en geheugenkaarten verwijderen

De accu verwijderen

Zet de camera uit en open het deksel van het batterijvak om de accu te verwijderen. Druk de batterijvergrendeling in de richting zoals aangeduid door de pijl om de accu vrij te geven en verwijder de accu vervolgens handmatig.

Geheugenkaarten verwijderen

Zet, na controle of het toegangslampje van de geheugenkaart uit is, de camera uit, open het deksel van de geheugenkaartsleuf en druk op de kaart om deze uit te werpen (q). De kaart kan vervolgens handmatig worden verwijderd (w).

Geheugenkaarten

  • Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. Ga daarom voorzichtig te werk wanneer u geheugenkaarten uit de camera verwijdert.
  • Verwijder geen geheugenkaarten uit de camera, zet de camera niet uit en koppel de lichtnetadapter niet los tijdens het formatteren of terwijl gegevens worden opgeslagen, verwijderd of naar een computer worden gekopieerd. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan gegevensverlies of schade aan de camera of kaart tot gevolg hebben.
  • Raak de contacten van de kaart niet aan met uw vingers of metalen voorwerpen.
  • Buig de kaart niet, laat de kaart niet vallen en stel niet bloot aan hevige schokken.
  • Oefen geen kracht uit op de behuizing van de kaart. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de kaart beschadigen.
  • Stel niet bloot aan water, hitte, hoge luchtvochtigheid of direct zonlicht.
  • Formatteer geen geheugenkaarten in een computer.