De standen P, S, A en M bieden verschillende regelniveaus voor sluitertijd en diafragma:

Stand Beschrijving
P Automatisch programma (0 Stand P (Automatisch programma)): Aanbevolen voor snapshots en in andere situaties met weinig tijd voor het aanpassen van de camera-instellingen. Camera stelt sluitertijd en diafragma in voor optimale belichting.
S Sluitertijdvoorkeuze (0 Stand S (Sluitertijdvoorkeuze)): Gebruik om beweging stil te zetten of onscherp te maken. Gebruiker kiest sluitertijd; camera selecteert diafragma voor de beste resultaten.
A Diafragmavoorkeuze (0 Stand A (Diafragmavoorkeuze)): Gebruik om de achtergrond onscherp te maken of breng zowel voor- als achtergrond scherp in beeld. Gebruiker kiest diafragma; camera selecteert sluitertijd voor de beste resultaten.
M Handmatig (0 Stand M (Handmatig)): Gebruiker regelt zowel sluitertijd als diafragma. Stel sluitertijd in op “Bulb” of “Tijd” voor lange tijdopnamen.

Stand P (Automatisch programma)

Deze stand wordt aanbevolen voor snapshots of wanneer u de camera sluitertijd en diafragma wilt laten regelen. De camera past automatisch sluitertijd en diafragma aan voor optimale belichting in de meeste situaties.

Standknop

Draai de standknop naar P om te fotograferen in de stand automatisch programma.

Flexibel programma

In stand P kunnen verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma worden geselecteerd door aan de instelschijf te draaien (“flexibel programma”). Draai de schijf naar rechts voor grote diafragma’s (lage f-waarden) en korte sluitertijden, naar links voor kleine diafragma’s (hoge f-waarden) en lange sluitertijden. Alle combinaties leveren dezelfde belichting op.

Draai naar rechts om achtergronddetails onscherp te maken of bewegingen te bevriezen.

Instelschijf

Draai naar links om scherptediepte te vergroten of bewegingen onscherp te maken.

Terwijl flexibel programma actief is, verschijnt er een U (R)-aanduiding in de zoeker en het informatiescherm. Om de standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma te herstellen, draai aan de instelschijf totdat de aanduiding niet langer wordt weergegeven of schakel de camera uit.

Stand S (Sluitertijdvoorkeuze)

In deze stand kunt u zelf de sluitertijd regelen: kies korte sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”, lange sluitertijden om bewegingen te suggereren door bewegende voorwerpen onscherp te maken. De camera past automatisch diafragma aan voor een optimale belichting.

Korte sluitertijden (bijv. 1/1.600 sec.) bevriezen bewegingen.

Lange sluitertijden (bijv. 1 sec.) maken bewegingen onscherp.

Kies als volgt een sluitertijd:

  1. Draai de standknop naar S.

    Standknop

  2. Kies een sluitertijd.

    Draai aan de instelschijf om de gewenste sluitertijd te kiezen: draai naar rechts voor kortere sluitertijden, naar links voor langere sluitertijden.

    Instelschijf

Stand A (Diafragmavoorkeuze)

In deze stand kunt u het diafragma aanpassen om de scherptediepte te regelen (de afstand voor of achter het hoofdonderwerp dat scherp in beeld lijkt te worden gebracht). De camera past automatisch sluitertijd aan voor een optimale belichting.

Grote diafragma’s (lage f-waarden, bijv. f/5.6) maken details voor en achter het hoofdonderwerp onscherp.

Kleine diafragma’s (hoge f-waarden, bijv. f/22) brengen de voorgrond en achtergrond scherp in beeld.

Kies als volgt een diafragma:

  1. Draai de standknop naar A.

    Standknop

  2. Kies een diafragma.

    Draai de instelschijf naar links voor grotere diafragma’s (lagere f-waarden), naar rechts voor kleinere diafragma’s (hogere f-waarden).

    Instelschijf

Stand M (Handmatig)

In handmatige stand regelt u zowel sluitertijd als diafragma. Sluitertijden “Bulb” en “Tijd” zijn beschikbaar voor lange tijdopnamen van bewegend licht, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk (0 Lange tijdopnamen (Alleen stand M)).

  1. Draai de standknop naar M.

    Standknop

  2. Kies diafragma en sluitertijd.

    Controleer de belichtingsaanduiding (zie onder) en pas sluitertijd en diafragma aan. Sluitertijd wordt geselecteerd door aan de instelschijf te draaien (naar rechts voor kortere sluitertijden, naar links voor langere sluitertijden). Om het diafragma aan te passen, houd de E (N) -knop ingedrukt terwijl u aan de instelschijf draait (naar links voor grotere diafragma’s/lagere f-waarden en naar rechts voor kleinere diafragma’s/hogere f-waarden).

    Sluitertijd

    Instelschijf

    Diafragma

    E (N)-knop

    Instelschijf

De belichtingsaanduiding

Als er een E- of G-type objectief is bevestigd (0 Compatibele CPU-objectieven) en er een andere sluitertijd dan “Bulb” of “Tijd” is geselecteerd (0 Lange tijdopnamen (Alleen stand M)), toont de belichtingsaanduiding in de zoeker en het informatiescherm of de foto onder- of overbelicht zou zijn bij de huidige instellingen.

Optimale belichting Onderbelicht met 1/3 LW Overbelicht met meer dan 2 LW

Lange tijdopnamen (alleen stand M)

Selecteer de volgende sluitertijden voor lange tijdopnamen van bewegend licht, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk.

Sluitertijd: Bulb
(belichting van 35 seconden)

Diafragma: f/25

  • Bulb (A): De sluiter blijft open terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Gebruik een statief om onscherpte te voorkomen.
  • Tijd (&): Start de opname met behulp van de ontspanknop. De sluiter blijft open totdat de knop voor de tweede keer wordt ingedrukt.

Bevestig, voordat u verdergaat, de camera op een statief of plaats deze op een stabiele, vlakke ondergrond. Om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt in de foto verschijnt of de belichting verstoort, raden we u aan de zoeker af te dekken met uw hand of andere voorwerpen zoals een optioneel oculairkapje (0 Zoekeroculairaccessoires) voordat foto’s worden gemaakt zonder uw oog tegen de zoeker te houden (0 De zoeker afdekken). Nikon raadt het gebruik van een volledig opgeladen accu of een optionele lichtnetadapter en stroomaansluiting aan om stroomverlies te voorkomen terwijl de sluiter open is. Merk op dat ruis (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels of waas) kan optreden in lange tijdopnamen.

Bulb

  1. Draai de standknop naar M.

    Standknop

  2. Kies de sluitertijd.

    Draai, terwijl de belichtingsmeters aan zijn, aan de instelschijf om een sluitertijd Bulb te kiezen (A).

    Instelschijf

  3. Maak de foto.

    Druk, na het scherpstellen, de ontspanknop volledig in. Verwijder uw vinger van de ontspanknop zodra de opname is voltooid.

Tijd

  1. Draai de standknop naar M.

    Standknop

  2. Kies de sluitertijd.

    Draai, terwijl de belichtingsmeters aan zijn, aan de instelschijf om een sluitertijd Time te kiezen (&).

    Instelschijf

  3. Open de sluiter.

    Druk, na het scherpstellen, de ontspanknop volledig in.

  4. Sluit de sluiter.

    Druk de ontspanknop volledig in.