Picture Controls zijn vooraf ingestelde combinaties van beeldverwerkingsinstellingen, bestaande uit verscherping, lokaal contrast, helderheid, verzadiging en tint. U kunt een Picture Control selecteren die past bij de scène, of kies instellingen die passen bij uw creatieve wensen.

Een Picture Control selecteren

Kies een Picture Control die past bij het onderwerp of type scène.

Optie Beschrijving
Q Standaard Aanbevolen voor de meeste situaties gebruikt deze optie standaard bewerking voor evenwichtige resultaten.
R Neutraal Een goede keuze voor foto’s die later worden verwerkt of geretoucheerd, gebruikt deze optie minimale verwerking voor natuurlijke resultaten.
S Levendig Kies deze optie voor foto’s die primaire kleuren benadrukken. Foto’s worden verbeterd voor een levendig fotoprint-effect.
T Monochroom Maak monochrome foto’s.
e Portret Geeft een egaal gevoel en natuurlijke textuur van de huid bij het verwerken van portretten.
f Landschap Voor levendige landschappen en stadsgezichten.
q Gelijkmatig Kies deze optie voor foto’s die later uitgebreid zullen worden verwerkt of geretoucheerd. Details blijven behouden voor een breed kleurtoonbereik, van hoge lichten tot schaduwen.
  1. Geef opties voor Picture Control weer.

    Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige Picture Control en druk op J.

    P-knop

  2. Selecteer een Picture Control.

    Markeer een Picture Control en druk op J.

Picture Controls aanpassen

Picture Controls kunnen worden aangepast aan het onderwerp of aan de creatieve wensen van de gebruiker. Kies een evenwichtige combinatie van instellingen met behulp van Snel aanpassen of maak handmatige aanpassingen aan individuele instellingen.

  1. Selecteer een Picture Control.

    Markeer Picture Control instellen in het opnamemenu en druk op 2. Markeer de gewenste Picture Control en druk op 2.

  2. Pas instellingen aan.

    Druk op 1 of 3 om de gewenste instelling te markeren en druk op 4 of 2 om een waarde te kiezen in stappen van 1, of draai aan de instelschijf om een waarde in stappen van 0,25 te kiezen (0 Picture Control-instellingen; de beschikbare opties verschillen per geselecteerde Picture Control). Herhaal deze stap totdat alle instellingen zijn aangepast, of selecteer een vooraf ingestelde combinatie van instellingen met behulp van de multi-selector om Snel aanpassen te kiezen en druk op 4 of 2. Standaardinstellingen kunnen worden hersteld door op de O-knop te drukken.

  3. Sla de wijzigingen op en sluit af.

    Druk op J.

    Picture Controls waarvan de standaardwaarden zijn gewijzigd, worden aangeduid met een sterretje (“*”).

Instellingen Picture Control

Optie Beschrijving
Snel aanpassen Verlaag of verhoog het effect van de geselecteerde Picture Control (merk op dat hierdoor alle handmatige aanpassingen worden teruggezet). Niet beschikbaar voor Picture Controls Neutraal, Monochroom of Gelijkmatig.
Handmatige aanpassingen Verscherping Bepaal de scherpte van omtreklijnen. Selecteer A om de verscherping automatisch aan te passen aan het type scène.
Lokaal contrast Pas lokaal contrast handmatig aan of selecteer A om de camera lokaal contrast automatisch aan te laten passen. Afhankelijk van de scène, kunnen schaduwen rond heldere objecten of kransen rond donkere objecten verschijnen bij bepaalde instellingen. Lokaal contrast wordt niet toegepast op films.
Contrast Pas het contrast handmatig aan of selecteer A om de camera het contrast automatisch aan te laten passen.
Helderheid Verhoog of verlaag de helderheid zonder detailverlies in hoge lichten of schaduwen.
Verzadiging Bepaal de levendigheid van kleuren. Selecteer A om de verzadiging automatisch aan te passen aan het type scène.
Tint Pas de tint aan.
Filtereffecten Bootst het effect van kleurfilters op monochrome foto’s na (0 Filtereffecten (Alleen monochroom)).
Kleurtoon Kies de tint die wordt gebruikt in monochrome foto’s (0 Kleurtoon (Alleen monochroom)).

“A” (Automatisch)

De resultaten voor automatische verscherping, lokaal contrast, contrast en verzadiging variëren afhankelijk van de belichting en de positie van het onderwerp ten opzichte van het beeld.

Schakelen tussen Handmatig en Automatisch

Druk op de X-knop om heen en weer te schakelen tussen de instellingen handmatig en automatisch (A) voor verscherping, lokaal contrast, contrast en verzadiging.

Vorige instellingen

De j-aanduiding onder de waardeweergave in het instellingenmenu voor Picture Controls duidt de vorige waarde voor de instelling aan. Gebruik dit als referentie bij het aanpassen van instellingen.

Filtereffecten (alleen Monochroom)

De opties in dit menu bootsen het effect van kleurfilters op monochrome foto’s na. De volgende filtereffecten zijn beschikbaar:

Optie Beschrijving
Y Geel Geeft meer contrast. Kan worden gebruikt om de helderheid van de lucht in landschapsfoto’s te verzachten. Oranje produceert meer contrast dan geel, rood meer contrast dan oranje.
O Oranje
R Rood
G Groen Verzacht huidtinten. Kan worden gebruikt voor portretten.

Kleurtoon (alleen Monochroom)

Door op 3 te drukken wanneer Kleurtoon is geselecteerd, worden de opties voor verzadiging weergegeven. Druk op 4 of 2 om verzadiging aan te passen. Verzadigingsregeling is niet beschikbaar wanneer B&W (Z/W) (zwart-wit) is geselecteerd.