Witbalans zorgt ervoor dat kleuren niet worden beïnvloed door de kleur van de lichtbron. Voor de meeste lichtbronnen wordt automatische witbalans aanbevolen; afhankelijk van het type bron kunnen, indien nodig, andere waarden worden geselecteerd:

Optie Beschrijving
v Automatisch Automatische aanpassing witbalans. Aanbevolen voor de meeste situaties.
J Gloeilamplicht Gebruik bij gloeilampverlichting.
I Tl-licht Gebruik met tl-verlichting (0 Het opnamemenu).
H Direct zonlicht Gebruik voor onderwerpen die worden verlicht door direct zonlicht.
N Flitslicht Voor gebruik met de flitser.
G Bewolkt Gebruik bij daglicht onder een bewolkte hemel.
M Schaduw Gebruik bij daglicht met onderwerpen in de schaduw.
L Handmatige voorinstelling Meet witbalans of kopieer witbalans vanaf een bestaande foto (0 Handmatige voorinstelling).
  1. Geef witbalansopties weer.

    Druk op de P-knop, markeer vervolgens de huidige witbalansinstelling in het informatiescherm en druk op J.

    P-knop

  2. Kies een optie voor witbalans.

    Markeer een optie en druk op J.

Het opnamemenu

Witbalans kan worden geselecteerd met behulp van de optie Witbalans in het opnamemenu (0 Witbalans), welke bovendien kan worden gebruikt voor het verder verfijnen van de witbalans (0 Fijnafstelling witbalans) of het meten van een waarde voor witbalansvoorinstelling (0 Handmatige voorinstelling).

De optie I Tl-licht in het menu Witbalans kan worden gebruikt om de lichtbron uit de bulbtypes te selecteren.

Kleurtemperatuur

De waargenomen kleur van een lichtbron varieert per beeldweergavescherm en andere omstandigheden. Kleurtemperatuur is een objectieve maateenheid voor de kleur van een lichtbron, die wordt gedefinieerd als de temperatuur waarop een voorwerp zou moeten worden verhit om licht met dezelfde golflengte uit te stralen. Terwijl lichtbronnen met een kleurtemperatuur in de buurt van 5.000–5.500 K er wit uitzien, beschikken lichtbronnen met een lagere kleurtemperatuur, zoals gloeilamplicht, een enigszins gele of rode zweem. Lichtbronnen met een hogere kleurtemperatuur hebben een blauwe zweem.

“Warmere” (meer rode) kleuren

“Koelere” (meer blauwe) kleuren

q I (natriumdamplampen): 2.700 K
w J (gloeilamplicht)/I (warm wit tl-licht): 3.000 K
e I (wit tl-licht): 3.700 K
r I (koel wit tl-licht): 4.200 K
t I (dag wit tl-licht): 5.000 K
y H (direct zonlicht): 5.200 K
u N (flitslicht): 5.400 K
i G (bewolkt): 6.000 K
o I (daglicht tl-licht): 6.500 K
!0 I (kwikdamp op hoge temp.): 7.200 K
!1 M (schaduw): 8.000 K

Opmerking: Alle getallen zijn benaderingen.

Fijnafstelling witbalans

De instelling van witbalans kan verder worden verfijnd om variaties in de kleur van de lichtbron te corrigeren of om een foto opzettelijk een kleurzweem te geven. Witbalans wordt verder verfijnd met behulp van de optie Witbalans in het opnamemenu.

  1. Geef de opties voor fijnafstelling weer.

    Markeer een witbalansoptie en druk op 2 (als Tl-licht is geselecteerd, markeer het gewenste lichttype en druk op 2; merk op dat fijnafstelling niet beschikbaar is voor L Handmatige voorinstelling).

  2. Stel witbalans fijn af.

    Gebruik de multi-selector om de witbalans fijn af te stellen. Witbalans kan verder worden verfijnd op de as amber (A)–blauw (B) in stappen van 0,5 en de as groen (G)–magenta (M) in stappen van 0,25. De horizontale as (amber-blauw) komt overeen met de kleurtemperatuur, terwijl de verticale as (groen-magenta) dezelfde effecten heeft op de overeenkomstige kleurcorrectiefilters (CC: Color compensation). De horizontale as is belijnd in stappen die equivalent zijn aan circa 5 mired, de verticale as in stappen van circa 0,05 diffuse dichtheidseenheden.

    Coördinaten

    Aanpassing

  3. Sla de wijzigingen op en sluit af.

    Druk op J.

Fijnafstelling witbalans

De kleuren op de assen voor fijnafstelling zijn relatief, niet absoluut. Als de cursor bijvoorbeeld naar B (blauw) wordt verplaatst wanneer een “warme” instelling zoals J Gloeilamplicht is geselecteerd, zullen de foto’s iets “kouder” maar niet blauw worden.

“Mired”

Elke wijziging in kleurtemperatuur produceert een groter verschil in kleur bij lage kleurtemperaturen dan bij hogere kleurtemperaturen. Een wijziging van bijvoorbeeld 1.000 K produceert een veel grotere verandering in kleur bij 3.000 K dan bij 6.000 K. Mired, berekend door vermenigvuldiging van het tegenovergestelde van de kleurtemperatuur met 10 6, is een meting van de kleurtemperatuur die rekening houdt met een dergelijke variatie en als zodanig de eenheid is die wordt gebruikt voor kleurtemperatuurcompensatiefilters. Bijvoorbeeld:

  • 4.000 K–3.000 K (een verschil van 1.000 K)=83 mired
  • 7.000 K–6.000 K (een verschil van 1.000 K)=24 mired

Handmatige voorinstelling

U kunt handmatige voorinstelling gebruiken om aangepaste witbalansinstellingen op te slaan en om opnamen bij verschillende soorten licht of om lichtbronnen met een duidelijke kleurzweem te corrigeren. Er zijn twee methoden beschikbaar voor het instellen van de witbalansvoorinstelling:

Methode Beschrijving
Meten Een neutraal grijs of wit voorwerp wordt geplaatst in het licht dat voor de uiteindelijke foto zal worden gebruikt en de witbalans wordt door de camera gemeten (0 Een waarde meten voor handmatige voorinstelling witbalans).
Gebruik foto De witbalans wordt gekopieerd vanaf een foto op een geheugenkaart (0 Witbalans van een foto kopiëren).

Een waarde meten voor witbalansvoorinstelling

  1. Belicht een referentievoorwerp.

    Plaats een neutraal grijs of wit voorwerp in het licht dat voor de uiteindelijke foto wordt gebruikt.

  2. Geef witbalansopties weer.

    Markeer Witbalans in het opnamemenu en druk op 2 om witbalansopties weer te geven. Markeer L Handmatige voorinstelling en druk op 2.

  3. Selecteer Meten.

    Markeer Meten en druk op 2.

  4. Selecteer Ja.

    Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J.

    De camera gaat naar de stand voor vooringestelde meting.

    Wanneer de camera klaar is om de witbalans te meten, verschijnt een knipperende D (L) in de zoeker en het informatiescherm.

  5. Meet witbalans.

    Voordat de aanduidingen stoppen met knipperen, kadreer het referentievoorwerp zodat de zoeker wordt gevuld en druk de ontspanknop volledig in. Er wordt geen foto gemaakt; witbalans kan nauwkeurig worden gemeten, zelfs wanneer de camera niet heeft scherpgesteld.

  6. Controleer de resultaten.

    Als de camera een waarde voor witbalans kon meten, wordt een bericht van die strekking weergegeven en knippert a in de zoeker en keert de camera terug naar de opnamestand. Druk de ontspanknop half in om onmiddellijk naar de opnamestand terug te keren.

    Als het te donker of te licht is, is de camera mogelijk niet in staat de witbalans te meten. Er verschijnt een bericht in het informatiescherm en een knipperende b a verschijnt in de zoeker. Keer terug naar Stap 5 en meet witbalans opnieuw.

Voorinstelling witbalans meten

Als er geen handelingen worden uitgevoerd terwijl de weergaven knipperen, wordt de stand direct meten beëindigd op het tijdstip dat is geselecteerd voor de optie Timers automatisch uit in het setup-menu (0 Timers automatisch uit).

Voorinstelling witbalans

De camera kan slechts één waarde tegelijk voor witbalansvoorinstelling opslaan; de bestaande waarde wordt vervangen wanneer een nieuwe waarde wordt gemeten. Merk op dat de belichting automatisch wordt verhoogd met 1 LW bij het meten van de witbalans; pas bij het fotograferen in de stand M de belichting aan, zodat de belichtingsaanduiding ±0 aangeeft (0 De belichtingsaanduiding).

Andere methode voor het meten van voorinstelling witbalans

Druk enkele seconden op J om na het selecteren van de witbalansvoorinstelling in het informatiescherm de stand voor het meten van de voorinstelling (zie boven) te selecteren.

Grijskaarten

Voor meer nauwkeurige resultaten, meet witbalans met behulp van een standaard grijskaart.

Witbalans van een foto kopiëren

Volg de onderstaande stappen om een waarde voor witbalans van een foto naar de geheugenkaart te kopiëren.

  1. Selecteer Handmatige voorinstelling.

    Markeer Witbalans in het opnamemenu en druk op 2 om witbalansopties weer te geven. Markeer L Handmatige voorinstelling en druk op 2.

  2. Selecteer Gebruik foto.

    Markeer Gebruik foto en druk op 2.

  3. Kies Foto selecteren.

    Markeer Foto selecteren en druk op 2 (om de resterende stappen over te slaan en de laatst geselecteerde foto te gebruiken voor witbalansvoorinstelling, selecteer Deze foto).

  4. Kies een map.

    Markeer de map met de bronafbeelding en druk op 2.

  5. Markeer het bronbeeld.

    Houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven.

  6. Kopieer witbalans.

    Druk op J om de witbalansvoorinstelling in te stellen op de witbalanswaarde van de gemarkeerde foto.