Wanneer een eenheid die uniforme flitsregeling ondersteunt (de SB-5000, SB-500, SB-400 of SB-300) op de accessoireschoen van de camera is gemonteerd, kan flitsinformatie worden bekeken op het camerascherm. Om flitsinfo te bekijken, drukt u op de DISP- knop in de fotomodus ( De DISP- knop ).

Flitsbedieningsmodusweergaven

TTL

1

Flitsgereedaanduiding ( Een flitser op de camera gebruiken )

2

Bounce-pictogram (wordt weergegeven als de flitskop omhoog is gekanteld)

3

Positiewaarschuwing zoomkop (wordt weergegeven als de zoomkop niet in de juiste positie staat)

4

Flitsbesturingsmodus (Flitsbesturingsmodus )

FP-indicator ( e1: flitssynchronisatiesnelheid )

5

TTL-flitscompensatie (Flitsbesturingsmodus )

6

Flitsmodus ( Flitsmodi )

7

FV-vergrendelingsindicator ( FV-vergrendeling )

8

Flitscompensatie ( Flitscompensatie )

Automatische externe flitser

1

Flitsbesturingsmodus (Flitsbesturingsmodus )

FP-indicator ( e1: flitssynchronisatiesnelheid )

2

Automatische externe flitscompensatie (Flitsbesturingsmodus )

Handmatig afstandsprioriteit

1

Flitsbesturingsmodus (Flitsbesturingsmodus )

FP-indicator ( e1: flitssynchronisatiesnelheid )

2

Handmatige flitscompensatie met afstandsprioriteit (Flitsbesturingsmodus )

3

Afstand (Flitsbesturingsmodus )

Handleiding

1

Flitsbesturingsmodus (Flitsbesturingsmodus )

FP-indicator ( e1: flitssynchronisatiesnelheid )

2

Flitsniveau (Flitsbesturingsmodus )

Herhalende flits

1

Flitsbesturingsmodus (Flitsbesturingsmodus )

2

Uitgang (Flitsbesturingsmodus )

3

Tijden (Flitsbesturingsmodus )

Frequentie (Flitsbesturingsmodus )

Flitsinfo en camera-instellingen

Het flitsinformatiescherm toont geselecteerde camera-instellingen, waaronder de opnamemodus, sluitertijd, diafragma en ISO-gevoeligheid.

Flash-instellingen wijzigen

Flitsinstellingen kunnen worden gewijzigd door op de i knop in het flitsinfodisplay te drukken. De beschikbare opties variëren afhankelijk van de flitser en de geselecteerde instellingen. U kunt de flitser ook testen.