De instellingen die van invloed zijn wanneer bracketing is ingeschakeld in stand M, worden bepaald door de opties die zijn geselecteerd voor [ Auto bracketing ] > [ Auto bracketing set ] in het foto-opnamemenu en de optie die is gekozen voor persoonlijke instelling e6 [ Auto bracketing (mode M) ].

Persoonlijke instelling e6
[ Automatische bracketing (modus M) ]

Foto-opnamemenu
[ Automatische bracketingset ]

AE & flitsbracketing *

AE-bracketing *

F

[ Flits/snelheid ]

Sluitertijd en flitsniveau

Sluitertijd

G

[ Flits/snelheid/diafragma ]

Sluitertijd, diafragma en flitssterkte

Sluitertijd en diafragma

H

[ Flits/diafragma ]

Diafragma en flitsniveau

Opening

I

[Alleen flits ]

Flitsniveau

  • Als er geen flitser wordt gebruikt wanneer [ Aan ] is geselecteerd voor [ Automatische instelling ISO-gevoeligheid ] en [ Flits/snelheid ], [ Flits/snelheid/diafragma ] of [ Flits/diafragma ] is geselecteerd voor e6 [ Auto bracketing (stand M ) ], wordt de ISO-gevoeligheid vastgezet op de waarde voor de eerste opname in elke reeks bracketing.

Flitsbracketing

Flitsbracketing wordt alleen uitgevoerd met i-DDL of q A (automatisch diafragma) flitssturing.

A Aangepaste instellingen: fijnafstemming van camera-instellingen

a: Autofocus

b: Meting/belichting

c: Timers/AE-vergrendeling

d: Opnemen/weergeven

e: Bracketing/Flash

f: Bediening

g: Film