Kies de focussnelheid voor de filmmodus.

Gebruik [ Wanneer toepassen ] om te kiezen wanneer de geselecteerde optie van toepassing is.

Keuze

Omschrijving

D

[ Altijd ]

De camera stelt in filmmodus altijd scherp op de geselecteerde snelheid.

E

[ Alleen tijdens opname ]

Alleen tijdens filmopname wordt scherpgesteld op de geselecteerde snelheid. Op andere momenten is de focussnelheid “+5”, oftewel zo snel mogelijk.

A Aangepaste instellingen: fijnafstemming van camera-instellingen

a: Autofocus

b: Meting/belichting

c: Timers/AE-vergrendeling

d: Opnemen/weergeven

e: Bracketing/Flash

f: Bediening

g: Film