De batterij en geheugenkaarten plaatsen

De camera is uitgerust met twee geheugenkaartsleuven: een sleuf voor één CFexpress- of XQD -geheugenkaart ( q ) en een andere voor één microSD-geheugenkaart ( w ), voor een totaal van twee kaarten, één van elk type.

  • Schakel de camera uit voordat u de batterij of geheugenkaart plaatst of verwijdert.
  • Houd de geheugenkaart in de aangegeven richting vast en schuif deze recht in de sleuf totdat deze vastklikt.
  • Als u een microSD-geheugenkaart gebruikt, raden wij u aan deze te plaatsen voordat u de batterij plaatst.
  • Houd de oranje batterijvergrendeling opzij gedrukt met behulp van de batterij. Schuif de batterij vervolgens in het batterijvak totdat de vergrendeling vastklikt.

De batterij verwijderen

Om de batterij te verwijderen, schakelt u de camera uit en opent u het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf. Druk de batterijvergrendeling in de richting van de pijl om de batterij te ontgrendelen en verwijder de batterij vervolgens met de hand.

Geheugenkaarten verwijderen

Controleer of het toegangslampje van de geheugenkaart uit is en schakel de camera uit. Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf. Druk de geheugenkaart naar binnen om deze uit te werpen ( q ) en trek de kaart eruit om deze te verwijderen ( w ).

  • Wij adviseren u de batterij te verwijderen voordat u de microSD-geheugenkaart verwijdert.

Let op: CFexpress- of XQD -geheugenkaarten verwijderen

  • Bij het verwijderen van een CFexpress- of XQD geheugenkaart kan het zijn dat de kaart niet volledig wordt uitgeworpen en daardoor moeilijk te verwijderen is. Als dit gebeurt, druk de kaart dan nogmaals volledig in om deze uit te werpen.
  • Als de CFexpress- of XQD geheugenkaart moeilijk te verwijderen is, verwijder dan al het vuil of stof van de kaart. Door de kaart schoon te maken, kan deze mogelijk gemakkelijker te verwijderen zijn.

Waarschuwingen voor hoge temperaturen

Als de camera heet wordt, kan er een waarschuwing voor hoge temperatuur ( b ) op het opnamescherm verschijnen.

  • Houd er rekening mee dat de camerabehuizing, de batterij en de geheugenkaart heet kunnen zijn terwijl de waarschuwing voor hoge temperatuur ( b ) wordt weergegeven.
  • Wacht tot de waarschuwing van het scherm is verdwenen voordat u geheugenkaarten uit de camera verwijdert. Als u probeert de geheugenkaarten direct te verwijderen, kan dit brandwonden veroorzaken of ervoor zorgen dat de kaarten vallen en beschadigd raken.

Batterijniveau

  • Zolang de camera is ingeschakeld, wordt het batterijniveau weergegeven op het opnamescherm.
  • De batterijniveauweergave verandert naarmate het batterijniveau daalt, van L via K , J , I en H Wanneer het batterijniveau daalt tot H , onderbreekt u de opname en laadt u de batterij op of houdt u een reservebatterij klaar.
  • Als het bericht [ Ontspanknop uitgeschakeld. Batterij opladen. ] wordt weergegeven, laadt u de batterij op of vervangt u deze.

De standby-timer

  • De camera is voorzien van een stand-by-timerfunctie waarmee de monitor na een ingestelde tijd automatisch wordt uitgeschakeld. Zo wordt de batterij minder snel leeg.
    • Als er geen handelingen worden uitgevoerd en de ingestelde tijdslimiet verstrijkt, wordt de monitor door de stand-bytimer uitgeschakeld.
    • De standaardinstelling voor de tijd totdat de stand-bytimer de monitor uitschakelt, is ongeveer 1 minuut.
    • Het beeld van de monitor wordt enkele seconden donker voordat deze wordt uitgeschakeld.
    • Het camera-aan-lampje knippert terwijl de monitor door de stand-bytimer wordt uitgeschakeld. Als u de ontspanknop/REC-knop half indrukt terwijl het lampje knippert, wordt de monitor ingeschakeld en keert deze terug naar de vorige stand.
  • Als er binnen ongeveer 1 minuut geen handelingen worden uitgevoerd nadat de monitor door de stand-bytimer is uitgeschakeld, worden de camera en het cameralampje automatisch uitgeschakeld.
  • De tijdsduur waarna de stand-bytimer de monitor uitschakelt, kan worden geselecteerd via Aangepaste instelling c3 [ Uitschakelvertraging ] > [ Stand-bytimer ].

Aantal resterende blootstellingen

  • Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt op het opnamescherm het aantal foto's weergegeven dat met de huidige instellingen kan worden gemaakt.
  • Waarden boven de 1000 worden afgerond naar het dichtstbijzijnde honderdtal. Waarden tussen 8000 en 8099 worden bijvoorbeeld weergegeven als 8,0 k.
  • Als er geen geheugenkaarten zijn geplaatst, wordt de indicator [ –E– ] weergegeven.
  • Als er twee geheugenkaarten zijn geplaatst, geeft de camera alleen het aantal resterende opnamen op één kaart weer. De weergave van het aantal resterende opnamen op een van beide geheugenkaarten is afhankelijk van de onderstaande camera-instellingen.
    • Wanneer [ Overloop ] is geselecteerd voor [ Functie secundaire sleuf ] in het menu voor foto-opnamen, wordt het aantal resterende opnamen op de kaart waarop de afbeelding is vastgelegd weergegeven ( Secundaire sleuffunctie ).
    • Als een andere optie dan [ Overloop ] is geselecteerd voor [ Functie secundaire sleuf ] in het menu voor foto-opnamen, wordt het aantal resterende opnamen op de kaart met de minste beschikbare ruimte weergegeven ( Secundaire sleuffunctie ).

Slot-iconen

De locatie van de huidige afbeelding wordt aangegeven door een pictogram in de linkerbenedenhoek van het afspeelscherm.