Zorg voor de camera
Langdurige opslag
Verwijder de batterij wanneer u de camera gedurende langere tijd niet gebruikt. Controleer voordat u de batterij verwijdert of de camera uit staat.
Bewaar de camera niet op locaties die:
- slecht geventileerd zijn of onderhevig zijn aan een luchtvochtigheid van meer dan 60%
- bevinden zich naast apparatuur die sterke elektromagnetische velden produceert, zoals televisies of radio's
- worden blootgesteld aan temperaturen boven 50 °C (122 °F) of onder -10 °C (14 °F)
Schoonmaak
De procedure verschilt per onderdeel dat gereinigd moet worden. De procedures worden hieronder beschreven.
- Gebruik geen alcohol, thinner of andere vluchtige chemicaliën.
Camerabehuizing
Verwijder stof en pluisjes met een blaasbalgje en veeg de camera vervolgens voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Veeg na gebruik van de camera op het strand of aan zee eventueel zand of zout weg met een licht bevochtigde doek met gedestilleerd water en droog de camera vervolgens grondig af.
Belangrijk: Het volgende valt niet onder de garantie:
- schade veroorzaakt door het binnendringen van stof, zand of andere vreemde stoffen in de camera, en
- schade veroorzaakt door het gebruik van een spuitbus te dicht bij de camera.
Lens
Deze glazen elementen raken gemakkelijk beschadigd: verwijder stof en pluisjes met een blaasbalgje. Houd bij gebruik van een spuitbus de bus rechtop om te voorkomen dat er vloeistof uitstroomt die de glazen elementen kan beschadigen. Om vingerafdrukken en andere vlekken te verwijderen, brengt u een kleine hoeveelheid lensreiniger aan op een zachte doek en reinigt u de elementen voorzichtig.
Monitor
Verwijder stof en pluisjes met een blaasbalgje. Veeg het oppervlak lichtjes schoon met een zachte doek of zeemleer om vingerafdrukken en andere vlekken te verwijderen. Oefen geen druk uit, dit kan leiden tot schade of storingen.
Handmatige reiniging
Vuil of stof dat in de camera terechtkomt bij het verwisselen van lenzen of het verwijderen van de bodydop, kan zich aan het oppervlak van de beeldsensor hechten en uw foto's beïnvloeden. De sensor kan handmatig worden gereinigd zoals hieronder beschreven. Houd er echter rekening mee dat de sensor extreem kwetsbaar is en gemakkelijk beschadigd kan raken; we raden aan handmatige reiniging alleen te laten uitvoeren door een geautoriseerde Nikon -servicemedewerker.
- Schakel de camera uit en verwijder de lens.
- Houd de camera zo vast dat er licht binnen kan dringen en controleer de beeldsensor op stof of pluisjes.
Als er geen vreemde voorwerpen aanwezig zijn, gaat u verder met stap 4. - Verwijder stof en pluisjes van de sensor met een blaasbalgje.
- Gebruik geen blaasborstel. De borstelharen kunnen de sensor beschadigen.
- Vuil dat niet met een blaasbalgje kan worden verwijderd, mag alleen worden verwijderd door geautoriseerd Nikon -servicepersoneel. Raak de sensor in geen geval aan en veeg hem nooit af.
- Vervang de lens of de meegeleverde bodydop.
Vreemde materie op de beeldsensor
Vreemde voorwerpen die in de camera terechtkomen wanneer lenzen of bodydoppen worden verwijderd of verwisseld (of in zeldzame gevallen smeermiddel of fijne deeltjes van de camera zelf) kunnen zich hechten aan de beeldsensor, waardoor ze zichtbaar kunnen zijn op foto's die onder bepaalde omstandigheden zijn gemaakt. Om te voorkomen dat er vreemde voorwerpen binnendringen bij het bevestigen van de bodydop of het verwisselen van lenzen, dient u stoffige omgevingen te vermijden en al het stof en andere vreemde voorwerpen te verwijderen die zich mogelijk aan de cameravatting, lensvatting of bodydop hechten. Om de camera te beschermen wanneer er geen lens is geplaatst, dient u de meegeleverde bodydop terug te plaatsen. Reinig de beeldsensor zoals beschreven in "Handmatige reiniging" ( Handmatige reiniging ), of laat de sensor reinigen door geautoriseerd Nikon servicepersoneel. Foto's die zijn aangetast door de aanwezigheid van vuil op de sensor, kunnen worden geretoucheerd met de opties voor beeldreiniging die beschikbaar zijn in sommige beeldbewerkingsprogramma's.
Onderhoud van de camera en accessoires
De camera is een precisieapparaat en heeft regelmatig onderhoud nodig. Nikon adviseert om de camera eens in de één tot twee jaar te laten inspecteren en eens in de drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er rekening mee dat hieraan kosten verbonden zijn).
- Regelmatige inspectie en onderhoud zijn vooral aan te raden als de camera professioneel wordt gebruikt.
- Wanneer de camera wordt geïnspecteerd of onderhouden, moeten ook alle accessoires die u regelmatig met de camera gebruikt, zoals objectieven of optionele flitsers, worden meegestuurd.