Kies welke handelingen u in de videomodus uitvoert met behulp van cameraknoppen, instelschijven, zoomregeling en lensringen.
- Kies de functies van de onderstaande bedieningselementen. Markeer het gewenste bedieningselement en druk op het midden van de multi-selector.
Optie v [ Fn1 -knop ] x [ Fn2 -knop ] R [ Fn3-knop ] S [ Zoomregeling ] y [ Commando-instelwielen ] U [ OK-knop ] (midden van de multi-selector) I [ Afspeelknop ] V [ REC-knop (voorzijde) ] S [ Lens Fn-knop ] 3 [ Lens Fn2 knop ] M [ Lens Fn-ring (tegen de klok in) ] L [ Lens Fn-ring (met de klok mee) ] N [ Lensgeheugen instelknop ] l [ Lensbedieningsring ] - Instellingen kunnen worden gereset op het scherm om de toe te wijzen bediening te selecteren. Markeer de bediening die u wilt resetten, tik op [ Reset ] op het scherm en markeer vervolgens [ Ja ] op het bevestigingsscherm. Druk vervolgens op het midden van de multi-selector om de gemarkeerde bediening te resetten naar de standaardinstellingen.
- De beschikbare rollen variëren afhankelijk van de besturing.
- Op deze camera is de persoonlijke instelling f7 [ Knop loslaten om draaiknop te gebruiken ] standaard ingesteld op [ AAN ]. Afhankelijk van de toegewezen functie blijft de draaiknop ingeschakeld wanneer u aanpassingen maakt die normaal gesproken worden gemaakt door een knop ingedrukt te houden en aan een instelwiel te draaien. De beschrijvingen van de functies die kunnen worden toegewezen, gelden voor de situatie waarin f7 [ Knop loslaten om draaiknop te gebruiken ] is ingesteld op [ UIT ].
- Hieronder vindt u de rollen die kunnen worden toegewezen.
Rol Beschrijving K [ Selecteer het middelste focuspunt ] Wanneer u op de bedieningsknop drukt, wordt het middelste focuspunt geselecteerd. 4 [ Focuspositie opslaan ] Als u de bedieningsknop ingedrukt houdt, wordt de huidige focuspositie opgeslagen. - De opgeslagen positie kan worden hersteld met behulp van een bedieningselement waaraan [ Focuspositie terugroepen ] is toegewezen (“geheugenterugroeping”).
- Bij het opslaan van de focuspositie kunt u kiezen of deze kan worden teruggehaald met een van de bedieningselementen waaraan [ Focuspositie terughalen ] is toegewezen ([ Opslaan in alles ]) of met alleen een specifiek bedieningselement ([ Individueel opslaan ]).
- Voor meer informatie, zie “Focusposities opslaan en terugroepen” ( Focusposities opslaan en terugroepen ).
3 [ Focuspositie terughalen ] Wanneer u op de bedieningsknop drukt, wordt een focuspositie opgeroepen die is opgeslagen met een bedieningsknop waaraan [ Focuspositie opslaan ] is toegewezen. - Voor meer informatie, zie “Focusposities opslaan en terugroepen” ( Focusposities opslaan en terugroepen ).
X [ Powerzoompositie opslaan en laden ] Wanneer een powerzoomlens is bevestigd, houdt u de knop ingedrukt om de huidige zoompositie op te slaan. Druk kort op de knop om naar de opgeslagen zoompositie te gaan. - Voor meer informatie, zie “Powerzoompositie opslaan en laden” ( Powerzoompositie opslaan en laden ).
O [ Ogen wisselen ] Druk op de bediening om te kiezen op welk oog de camera wil scherpstellen wanneer de camera de ogen van een mens of dier op een portret detecteert. l [ AF-gebiedsmodus Cyclus ] Druk op de bediening om door de AF-gebiedsmodus te bladeren. - Om de AF-veldstanden te selecteren die u wilt doorlopen, drukt u op de multi-selector naar rechts wanneer [ AF-veldstand doorlopen ] is gemarkeerd.
- Markeer een optie en druk op het midden van de multi-selector, of druk de multi-selector naar rechts om te schakelen tussen selecteren M en deselecteren U Opties gemarkeerd met een vinkje M kunnen worden gewisseld wanneer de bedieningsknop wordt ingedrukt.
A [ AF-ON ] Wanneer u op de bedieningsknop drukt, wordt de autofocus gestart. - Wanneer AF-C is geselecteerd als scherpstelmodus, stelt de camera scherp met de snelheid die is geselecteerd voor Persoonlijke instelling g6 [ AF-snelheid ].
n [ Snelle AF-ON ] Wanneer u op de bedieningsknop drukt, wordt de autofocus gestart. - Wanneer AF-C is geselecteerd als scherpstelmodus, stelt de camera scherp op maximale snelheid, ongeacht de optie die is gekozen voor Persoonlijke instelling g6 [ AF-snelheid ].
F [ Alleen AF-vergrendeling ] De focus blijft vergrendeld zolang de bedieningsknop ingedrukt is. E [ AE-vergrendeling (vasthouden) ] De belichting wordt vergrendeld wanneer de knop wordt ingedrukt. De belichtingsvergrendeling wordt niet beëindigd wanneer de opname begint. De belichting blijft vergrendeld totdat de knop opnieuw wordt ingedrukt of de monitor wordt uitgeschakeld door de stand-bytimer. h [ AWB-vergrendeling (vasthouden) ] Als [ Auto ] of [ Natuurlijk licht auto ] is geselecteerd voor witbalans, wordt de witbalans vergrendeld wanneer de knop wordt ingedrukt (witbalansvergrendeling). De witbalansvergrendeling eindigt niet wanneer de opname begint. De witbalans blijft vergrendeld totdat de knop opnieuw wordt ingedrukt of de monitor wordt uitgeschakeld door de stand-bytimer. R [ AE/AWB-vergrendeling (vasthouden) ] De belichting wordt vergrendeld wanneer de knop wordt ingedrukt. De witbalans wordt ook vergrendeld, mits [ Auto ] of [ Natuurlijk licht auto ] is geselecteerd voor de witbalans. De belichting en de witbalans worden niet vergrendeld wanneer de opname begint. Beide blijven vergrendeld totdat de knop opnieuw wordt ingedrukt of de monitor wordt uitgeschakeld door de stand-bytimer. C [ Alleen AE-vergrendeling ] De belichting wordt vergrendeld zolang de bedieningsknop ingedrukt blijft. B [ AE/AF-vergrendeling ] De scherpstelling en belichting worden vergrendeld zolang de bedieningsknop ingedrukt wordt gehouden. W [ Wissel FX / DX ] Druk op de bediening om te schakelen tussen de beeldgebieden [ FX ] en [ DX ]. h [ Picture Control instellen ] Druk op de bedieningsknop om naar [ Picture Control instellen ] in het i menu te springen. H [ Gevoeligheid audio-ingang ] Druk op de bediening om naar [ Gevoeligheid audio-ingang ] in het i menu te springen. m [ Bekijk assistent ] Druk op de bediening om [ AAN ] te selecteren voor Persoonlijke instelling g14 [ Weergave-assistentie ]. Druk nogmaals om [ UIT ] te selecteren. i [ Opties voor de opnamemodus ] Druk op de bediening om naar [ Opties voor de opnamemodus ] in het i menu te gaan. X [ Vermindering van hoogfrequente flikkering ] Door op de knop te drukken, kunt u de sluitertijd in kleinere stappen fijnafstemmen. Druk nogmaals op de knop om de normale sluitertijdinstelling te herstellen. L [ Stille modus ] Druk op de knop om de stille modus in te schakelen. Druk nogmaals om de modus uit te schakelen. V [ Live weergave van de weergave-info ] Druk op de bedieningsknop om door de opnameweergave te bladeren. Het type en de inhoud van de beschikbare weergave kunnen worden gekozen met behulp van Persoonlijke instelling g21 [ Aangepaste monitoropnameweergave ]. i [ Live view info weergave uit ] Druk op de knop om de pictogrammen en opname-informatie op het display te verbergen. U kunt de pictogrammen en opname-informatie weergeven door nogmaals op de knop te drukken. b [ Kaderraster ] Druk op de bedieningsknop om een raster weer te geven. Om het raster te verbergen, drukt u nogmaals op de bedieningsknop. Het weergavetype kan worden geselecteerd via Aangepaste instelling g18 [ Rastertype ]. p [ Zoom aan/uit ] Druk op de bedieningsknop om in te zoomen op het gebied rond het huidige focuspunt (de zoomverhouding is vooraf geselecteerd). Druk nogmaals om de zoom te annuleren. - Om de zoomverhouding te kiezen, markeert u [ Zoom aan/uit ] en drukt u de multi-selector naar rechts.
P [ Virtuele horizon ] Druk op de bedieningsknop om de weergave van de virtuele horizon in te schakelen. Druk nogmaals om de weergave te verbergen. Het weergavetype kan worden geselecteerd via persoonlijke instelling d16 [ Type virtuele horizon ]. W [ Focus peaking-weergave ] Druk eenmaal op de knop om focuspeaking in te schakelen wanneer MF is geselecteerd als scherpstelmodus. Druk nogmaals om focuspeaking te beëindigen. O [ MIJN MENU ] Druk op de bediening om “MIJN MENU” weer te geven. 3 [ Toegang tot het bovenste item in MIJN MENU ] Druk op de bedieningsknop om naar het bovenste item in "MIJN MENU" te springen. Selecteer deze optie voor snelle toegang tot een veelgebruikt menu-item. K [ Afspelen ] Druk op de bedieningsknop om het afspelen te starten. Y [ Gefilterde weergave ] Druk op de bediening om alleen foto's te bekijken die voldoen aan de criteria die zijn geselecteerd voor [ Gefilterde afspeelcriteria ] in het afspeelmenu. Z [ Gefilterde weergave (selectiecriteria) ] Druk op de bediening om naar [ Gefilterde afspeelcriteria ] in het afspeelmenu te springen. t [ Groot diafragma (open) ] - Het diafragma wordt groter terwijl de knop ingedrukt wordt gehouden. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Power aperture (close) ] is geselecteerd voor [ Fn2 knop ].
- Draai de Fn-ring van de lens tegen de klok in om het diafragma te vergroten. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Power aperture (close) ] is geselecteerd voor [ Lens Fn-ring (right) ].
q [ Groot diafragma (dicht) ] - Het diafragma wordt kleiner terwijl de knop ingedrukt is. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Power aperture (open) ] is geselecteerd voor [ Fn1 knop ].
- Draai de Fn-ring van de lens met de klok mee om het diafragma te verkleinen. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Power aperture (open) ] is geselecteerd voor [ Lens Fn-ring (tegen de klok in) ].
i [ Belichtingscompensatie + ] - De belichtingscompensatie neemt toe terwijl de knop ingedrukt wordt gehouden. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Belichtingscompensatie - ] is geselecteerd voor de [ Fn2 knop ].
- Draai de Fn-ring van de lens met de klok mee om de belichtingscompensatie te verhogen. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Belichtingscompensatie - ] is geselecteerd voor [ Fn-ring van de lens (tegen de klok in) ].
h [ Belichtingscompensatie - ] - De belichtingscompensatie neemt af zolang de knop ingedrukt is. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Belichtingscompensatie + ] is geselecteerd voor de [ Fn1 knop ].
- Draai de Fn-ring van de lens tegen de klok in om de belichtingscompensatie te verlagen. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Belichtingscompensatie + ] is geselecteerd voor [ Fn-ring van de lens (met de klok mee) ].
d [ ISO-gevoeligheid (verhogen) ] Draai de lens-Fn-ring met de klok mee om de ISO-gevoeligheid te verhogen. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ ISO-gevoeligheid (verlagen) ] is geselecteerd voor [ Lens-Fn-ring (tegen de klok in) ]. e [ ISO-gevoeligheid (afname) ] Draai de Fn-ring van de lens tegen de klok in om de ISO-gevoeligheid te verlagen. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ ISO-gevoeligheid (verhogen) ] is geselecteerd voor [ Fn-ring van de lens (met de klok mee) ]. o [ Hoge resolutie zoom + ] - Zoom in met Hi-Res Zoom; de zoomfactor neemt toe zolang de knop ingedrukt is. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Hi-Res Zoom − ] is geselecteerd voor de [ Fn2 knop ].
- Draai de lens-Fn-ring met de klok mee om in te zoomen met Hi-Res Zoom. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Hi-Res Zoom − ] is geselecteerd voor [ Lens-Fn-ring (tegen de klok in) ].
p [ Hoge resolutie zoom − ] - Zoom uit met Hi-Res Zoom; de zoomfactor neemt af zolang de knop ingedrukt is. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Hi-Res Zoom + ] is geselecteerd voor de [ Fn1 knop ].
- Draai de lens-Fn-ring tegen de klok in om uit te zoomen met Hi-Res Zoom. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Hi-Res Zoom + ] is geselecteerd voor [ Lens-Fn-ring (met de klok mee) ].
a [ Powerzoom + ] Wanneer een powerzoomlens is bevestigd, zoomt de camera in terwijl de bedieningsknop ingedrukt wordt gehouden. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Powerzoom − ] is geselecteerd voor [ Fn2 knop ]. b [ Powerzoom − ] Wanneer een powerzoomlens is bevestigd, zoomt de camera uit terwijl de bedieningsknop ingedrukt wordt gehouden. Deze optie wordt automatisch ingeschakeld wanneer [ Powerzoom + ] is geselecteerd voor [ Fn1 knop ]. 9 [ Patroontoonbereik ] Druk op de bediening om door de opties voor het zebrapatroontoonbereik te bladeren ( Patroontoonbereik ). 1 [ Video's opnemen ] Druk op de knop om de opname te starten. Druk nogmaals om de opname te beëindigen. J [ Kies afbeeldingsgebied ] * Druk op de bedieningsknop en draai aan een instelwiel om het beeldgebied voor video's te kiezen. Houd er rekening mee dat het beeldgebied niet kan worden gewijzigd tijdens de opname. m [ Witbalans ] * Houd de bedieningsknop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om de witbalans voor video's aan te passen. Sommige opties bieden subopties die kunnen worden geselecteerd door aan de subinstelschijf te draaien. y [ Actieve D-Lighting ] * Houd de bediening ingedrukt en draai aan een instelwiel om Actieve D-Lighting voor video's aan te passen. W [ Huidverzachtend ] * Houd de bediening ingedrukt en draai aan een instelwiel om de mate van huidverzachting aan te passen. X [ Portretafdrukbalans ] * Houd de bedieningsknop ingedrukt en draai aan een instelwiel om een balansmodus voor portretfoto's te kiezen. w [ Meting ] * Druk op de bedieningsknop en draai aan een instelwiel om een optie voor videometing te kiezen. E [ Videozelfontspanner ] * Druk op de bedieningsknop en draai aan een instelwiel om de instellingen voor de zelfontspanner voor video te wijzigen. z [ Focusmodus / AF-gebiedsmodus ] * Houd de bedieningsknop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om de scherpstelmodus te kiezen. Gebruik de secundaire instelschijf om de AF-gebiedsmodus te kiezen. a [ Bedieningsvergrendeling ] * - Houd de bedieningsknop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om de sluitertijd te vergrendelen (stand M ). Om het diafragma te vergrendelen (standen A en M ), houdt u de bedieningsknop ingedrukt en draait u aan de secundaire instelschijf.
- Om de selectie van het scherpstelpunt te vergrendelen, houdt u de bedieningsknop ingedrukt terwijl u de multi-selector gebruikt om het scherpstelpunt te kiezen.
X [ Focus (M/A) ] De lensbedieningsring kan worden gebruikt voor handmatige scherpstelling, ongeacht de geselecteerde optie voor de scherpstelmodus. Om opnieuw scherp te stellen met autofocus, drukt u de ontspanknop/REC-knop half in of drukt u op een bedieningselement waaraan AF-ON is toegewezen. q [ Apertuur ] Draai aan de lensregelring om het diafragma aan te passen. E [ Belichtingscompensatie ] * Pas de belichtingscompensatie aan door de bedieningsknop vast te houden en aan de instelschijf te draaien of door aan de lensregelring te draaien. 9 [ ISO-gevoeligheid ] * Pas de ISO-gevoeligheid aan door de bedieningsknop ingedrukt te houden en aan de instelschijf te draaien, of door aan de lensbedieningsring te draaien. n [ Hoge resolutie zoom ] Draai aan de lensregelring of verplaats de zoomregelaar om in of uit te zoomen met Hi-Res Zoom. o [ Powerzoom ] Gebruik de zoomknop om in en uit te zoomen als er een elektrische zoomlens is bevestigd. n [ Zoomen ] Verplaats de zoomregelaar om in of uit te zoomen op het opnamescherm. [ Geen ] De controle heeft geen effect.
- Deze functie wordt beïnvloed door persoonlijke instelling f7 [ Laat de knop los om de draaiknop te gebruiken ]. Standaard kan de instelschijf worden gebruikt om aanpassingen te maken, zelfs als de bedieningsknop is losgelaten.
Krachtig diafragma
- Het diafragma is alleen beschikbaar in de standen A en M.
- Het scherm kan flikkeren als het diafragma wordt aangepast.
Commando-instelschijven
De volgende functies kunnen aan de instelwielen worden toegewezen. Om opties te bekijken, markeert u items en drukt u de multi-selector naar rechts.
Rol | Beschrijving |
---|---|
[ Belichtingsinstelling ] | Draai de functies van de hoofd- en sub-instelschijf om in de geselecteerde standen. Markeer een opnamestand door de multi-selector naar links of rechts te drukken en druk de multi-selector vervolgens omhoog of omlaag om de functies te wisselen. |
[ Selectie van scherpstel-/AF-veldmodus ] | U kunt de rollen omwisselen door aan de hoofd- en subcommandoknop te draaien terwijl u een bedieningselement vasthoudt waaraan [ Scherpstelmodus/AF-gebiedsmodus ] is toegewezen via Aangepaste instelling g2 [ Aangepaste bedieningselementen ]. |
[ Sub-commando draaiknop zoomrol ] | Selecteer de rol die de sub-instelknop vervult in de zoomweergave.
|