Video's opnemen ( b auto)

Lenzen met intrekbare cilinders moeten vóór gebruik worden uitgeschoven. Draai de zoomring zoals afgebeeld totdat de lens in de uitgeschoven positie klikt.

Het lampje van de geheugenkaart brandt terwijl de video wordt opgenomen. Verwijder de geheugenkaart of batterij niet.

Een 0 pictogram geeft aan dat er geen video's kunnen worden opgenomen.

• Als er een risico bestaat dat de video-opname wordt onderbroken, knippert het REC-lampje als volgt.

  Gedrag	Status
  Knippert langzaam	Wanneer de resterende opnametijd op de geheugenkaart kort is tijdens het opnemen van video's
  Knippert twee keer snel (herhaalt)	Wanneer de batterij bijna leeg is tijdens de videomodus
  Knippert 4 keer snel (herhaalt)	Wanneer de temperatuur in de camera stijgt tijdens de videomodus

• De helderheid van de opnamelamp kan worden gewijzigd met [ Helderheid opnamelamp ] in het instellingenmenu. Om te voorkomen dat het licht van de opnamelamp in video's verschijnt, stelt u [ Video-opname ] in op [ Uit ].

• De video-opname wordt automatisch beëindigd als:
  • de maximale lengte is bereikt,
  • de batterij is leeg,
  • Je schakelt tussen modi met de foto-/videoselector,
  • de lens wordt verwijderd, of
  • De interne temperatuur van de camera stijgt.
• Geluiden die de camera maakt, kunnen hoorbaar zijn in de opgenomen beelden:
  • tijdens autofocus,
  • tijdens trillingsreductie,
  • wanneer er gebruik wordt gemaakt van een groot diafragma, of
  • wanneer powerzoom wordt gebruikt.

Als de camera tijdens het opnemen van video heet wordt, kan er een waarschuwing voor hoge temperatuur ( b ) op het opnamescherm verschijnen.

• Houd er rekening mee dat de camerabehuizing, de batterij en de geheugenkaart heet kunnen zijn terwijl de waarschuwing voor hoge temperatuur ( b ) wordt weergegeven.
• Wacht tot de waarschuwing van het scherm is verdwenen voordat u geheugenkaarten uit de camera verwijdert. Als u probeert de geheugenkaarten direct te verwijderen, kan dit brandwonden veroorzaken of ervoor zorgen dat de kaarten vallen en beschadigd raken.

• U kunt het volgende opmerken in de opnameweergave. Deze verschijnselen zijn ook zichtbaar in alle beelden die met de camera zijn opgenomen:
  • flikkering of bandvorming in scènes die worden verlicht door bronnen zoals fluorescentielampen, kwikdamplampen of natriumlampen,
  • vervorming tijdens beweging (afzonderlijke onderwerpen zoals treinen of auto's die met hoge snelheid door het frame rijden, kunnen vervormd zijn, of het hele frame kan vervormd lijken wanneer de camera horizontaal wordt gepand),
  • gekartelde randen, kleurafwijkingen, moiré of heldere vlekken,
  • heldere gebieden of banden in scènes die worden verlicht door knipperende borden en andere intermitterende lichtbronnen, of wanneer het onderwerp kortstondig wordt verlicht door een stroboscoop of andere heldere, momentane lichtbron, of
  • flikkeren wanneer er een groot diafragma wordt gebruikt tijdens video-opnamen.
• Houd er rekening mee dat er ruis (willekeurig verspreide heldere pixels, waas of lijnen) en onverwachte kleuren kunnen verschijnen als u tijdens de opname met de zoomregeling inzoomt op het beeld door de lens.
• Richt de camera tijdens het opnemen niet op de zon of andere sterke lichtbronnen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot schade aan de interne circuits van de camera.