De instellingen die worden beïnvloed wanneer bracketing is ingeschakeld in de stand M en [ UIT ] is geselecteerd voor [ ISO-gevoeligheidsinstellingen ] > [ Autom. ISO-gevoeligheidsregeling ] in het foto-opnamemenu, worden bepaald door de opties die zijn geselecteerd voor [ Auto bracketing ] > [ Auto bracketing-inst. ] in het foto-opnamemenu en de optie die is gekozen voor Aangepaste instelling e5 [ Auto bracketing (stand M) ].
Aangepaste instelling e5 [ Automatische bracketing (modus M) ] | Foto-opnamemenu [ Automatische bracketing ] > [ Automatische bracketing instellen ] | ||
---|---|---|---|
AE- en flitsbracketing | AE-bracketing | ||
F | [ Flits/snelheid ] | Sluitertijd en flitssterkte | Sluitertijd |
G | [ Flits/snelheid/diafragma ] | Sluitertijd, diafragma en flitssterkte | Sluitertijd en diafragma |
H | [ Flits/diafragma ] | Diafragma en flitsniveau | Opening |
9 | [ Flits-/ISO-gevoeligheid ] | ISO-gevoeligheid en flitssterkte | ISO-gevoeligheid |
I | [ Alleen Flash ] | Flitsniveau | — |
- Wanneer [ AAN ] is geselecteerd voor [ ISO-gevoeligheidsinstellingen ] > [ Automatische regeling ISO-gevoeligheid ] in het foto-opnamemenu, varieert de camera het flitsniveau en/of de ISO-gevoeligheid volgens [ Flitser-/ISO-gevoeligheid ], ongeacht de optie die is geselecteerd voor Persoonlijke instelling e5 [ Automatische bracketing (stand M) ].
Flitsbracketing
Flitsbracketing wordt alleen uitgevoerd met i-TTL of q A (automatisch diafragma) flitssturing.