Fotograferen ( b auto)

b (auto)-modus kan worden gebruikt voor eenvoudige, 'point-and-shoot'-fotografie.

Lenzen met intrekbare cilinders

Lenzen met intrekbare cilinders moeten vóór gebruik worden uitgeschoven. Draai de zoomring zoals afgebeeld totdat de lens in de uitgeschoven positie klikt.

  1. Selecteer de fotomodus door de foto-/videoselector op FOTO te zetten.
  2. Druk op de Fn2 (MODE)-knop om de opties voor de opnamemodus weer te geven.
  3. Stel de opnamemodus in op b (AUTO).
    Markeer b ( AUTO ) door de multi-selector naar links of rechts te drukken en druk vervolgens op het midden van de multi-selector.
  4. Maak de camera klaar.
    Houd de handgreep vast met uw rechterhand en houd met uw linkerhand de camerabody of de lens vast. Plaats uw ellebogen tegen de zijkanten van uw borst.
    Landschapsoriëntatie (breed)
    Portret (hoog) oriëntatie
  5. Kader de foto in.
    Bepaal het kader van uw onderwerp in de opnameweergave.

    • Menselijke gezichten die door de camera worden gedetecteerd, worden gemarkeerd met een witte rand die het focuspunt aangeeft. Als de camera de ogen van het onderwerp detecteert, verschijnt het focuspunt over een van de ogen.
  6. Om scherp te stellen, drukt u de ontspanknop/REC-knop half in (druk dus lichtjes op de ontspanknop/REC-knop en stop wanneer u de knop half indrukt).
    • De ontspanknop/REC-knop functioneert als ontspanknop in de fotomodus en als REC-knop in de videomodus.
    • Het focuspunt wordt groen weergegeven wanneer de camera scherpstelt.
    • Als de camera niet kan scherpstellen, knippert de onscherpte-indicator rood.
    • Als de camera menselijke gezichten of ogen detecteert, licht het scherpstelpunt groen op wanneer het onderwerp scherp is. Het scherpstelpunt knippert rood wanneer de camera niet scherpstelt.
  7. Druk, zonder uw vinger van de ontspanknop/REC-knop te halen, de knop helemaal in om de foto te maken.

Waarschuwingen: Foto's maken

  • U kunt het volgende opmerken in de opnameweergave. Deze verschijnselen zijn ook zichtbaar op foto's die met de camera zijn gemaakt:
    • flikkering of bandvorming in scènes die worden verlicht door bronnen zoals fluorescentielampen, kwikdamplampen of natriumlampen,
    • vervorming tijdens beweging (afzonderlijke onderwerpen zoals treinen of auto's die met hoge snelheid door het frame rijden, kunnen vervormd zijn, of het hele frame kan vervormd lijken wanneer de camera horizontaal wordt gepand),
    • gekartelde randen, kleurranden, moiré of heldere vlekken, of
    • heldere gebieden of banden in scènes die worden verlicht door knipperende borden en andere intermitterende lichtbronnen, of wanneer het onderwerp kortstondig wordt verlicht door een stroboscoop of andere heldere, momentane lichtbron.
  • Houd er rekening mee dat er ruis (willekeurig verspreide heldere pixels, waas of lijnen) en onverwachte kleuren kunnen verschijnen als u de zoomregeling of de gids op het scherm gebruikt om in te zoomen op het beeld door de lens.
  • Richt de camera tijdens het fotograferen niet op de zon of andere krachtige lichtbronnen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot schade aan de interne circuits van de camera.

Het lampje voor toegang tot de geheugenkaart

Het lampje van de geheugenkaart brandt terwijl de foto wordt gemaakt. Verwijder de geheugenkaart of batterij niet.

De aanraaksluiter

Je kunt ook een foto maken door de monitor aan te raken. Raak je onderwerp aan om scherp te stellen en til je vinger op om de sluiter te ontspannen ( De aanraaksluiter ).

Zoomen in de fotomodus

Om in de fotomodus in te zoomen op het scherm (tot maximaal circa 20×), beweegt u de zoomregelaar richting .

  • De zoomverhouding neemt toe wanneer de zoomregelaar op wordt gehouden en neemt af wanneer de zoomregelaar op wordt gehouden.
  • Wanneer u tijdens het fotograferen zoomt, verschijnt er rechtsonder op het scherm een navigatievenster waarin wordt aangegeven op welk deel van de compositie wordt ingezoomd.
  • Gebruik de multi-selector om naar de delen van het beeld te scrollen die niet zichtbaar zijn op de monitor.
  • U kunt ook in- of uitzoomen door op de gids op het scherm te tikken.