Objectieftypen

Vergrendel, bij het gebruik van een CPU-objectief uitgerust met een diafragmaring (0 CPU- en G-, E- en D-type objectieven herkennen), de diafragmaring bij het kleinste diafragma (hoogste f-waarde). Type G- en E-objectieven zijn niet uitgerust met een diafragmaring.

Objectieven zonder CPU kunnen alleen worden gebruikt in de stand M (handmatig) wanneer diafragma alleen kan worden aangepast met behulp van de diafragmaring van het objectief. Het selecteren van elke andere stand schakelt de ontspanknop uit. Voor meer informatie, zie “Compatibele objectieven” (0 Compatibele objectieven).

P: Automatisch programma

In deze stand past de camera sluitertijd en diafragma automatisch aan volgens een ingebouwd programma voor een optimale belichting in de meeste situaties.

Flexibel programma

In stand P kunnen verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma worden geselecteerd door aan de hoofdinstelschijf te draaien terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn (“flexibel programma”). Draai de instelschijf naar rechts voor grote diafragma’s (lage f-waarden) om achtergronddetails onscherp te maken of voor korte sluitertijden om beweging te “bevriezen”. Draai de schijf naar links voor kleine diafragma’s (hoge f-waarden) om scherptediepte te vergroten of voor lange sluitertijden om beweging onscherp te maken. Alle combinaties leveren dezelfde belichting op. Terwijl het flexibele programma actief is, wordt een flexibele programma-aanduiding (O of E) weergegeven. Om de standaardinstellingen voor sluitertijd en diafragma te herstellen, draai aan de hoofdinstelschijf totdat de aanduiding niet langer wordt weergegeven of schakel de camera uit.

Hoofdinstelschijf

Zoeker

Monitor

Zie ook

Voor informatie over het activeren van de belichtingsmeters, zie “De stand-by-timer (zoekerfotografie)” (0 De stand-by-timer (zoekerfotografie)).

S: Sluitertijdvoorkeuze

In sluitertijdvoorkeuze kunt u zelf de sluitertijd kiezen terwijl de camera automatisch het diafragma selecteert dat de optimale belichting oplevert.

Draai aan de hoofdinstelschijf terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn om een sluitertijd te kiezen. Sluitertijd kan worden ingesteld op “v” of op waarden tussen 30 sec. en 1/8.000 sec.

Hoofdinstelschijf

Bedieningspaneel

Monitor

Zie ook

Voor informatie over wat te doen als een knipperende “A” (“Bulb”)- of “%” (“Tijd”)-aanduiding in de sluitertijdweergaven verschijnt, zie “Foutberichten” (0 Foutmeldingen).

A: Diafragmavoorkeuze

In diafragmavoorkeuze kiest u het diafragma terwijl de camera automatisch de sluitertijd selecteert die de optimale belichting oplevert.

Draai, om een diafragma uit de minimale en maximale waarden van het objectief te kiezen, aan de secundaire instelschijf terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn.

Secundaire instelschijf

Bedieningspaneel

Monitor

Geluidssignalen tijdens livebeeld

Een geluidssignaal kan klinken als u diafragma aanpast, de livebeeld-selector gebruikt of tijdens livebeeld aan de standknop draait. Dit duidt niet op een fout of defect.

M: Handmatig

In handmatige belichtingsstand regelt u zowel sluitertijd als diafragma. Draai, terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn, aan de hoofdinstelschijf om een sluitertijd te kiezen en aan de secundaire instelschijf om diafragma in te stellen. Sluitertijd kan worden ingesteld op “v” of op waarden tussen 30 sec. en 1/8.000 sec., of de sluiter kan voor onbepaalde tijd worden opengehouden voor een lange tijdopname (A of %, 0 Lange tijdopnamen (alleen stand M)). Diafragma kan worden ingesteld op waarden tussen de minimale en maximale waarden voor het objectief. Gebruik de belichtingsaanduidingen om de belichting te controleren.

Diafragma:

Secundaire instelschijf

Sluitertijd:

Hoofdinstelschijf

AF Micro NIKKOR-objectieven

Onder voorwaarde dat een externe belichtingsmeter wordt gebruikt, hoeft u alleen rekening te houden met de belichtingsverhouding wanneer de diafragmaring wordt gebruikt voor het instellen van het diafragma.

De belichtingsaanduidingen

Als er een andere sluitertijd dan “bulb” of “tijd” is geselecteerd, tonen de belichtingsaanduidingen of de foto wel of niet onder- of overbelicht zal zijn bij de huidige instellingen. Afhankelijk van de optie gekozen voor Persoonlijke instelling b2 (Stapgrootte inst. belichting, 0 Stapgrootte inst. belichting), wordt de hoeveelheid onder- of overbelichting in stappen van 1/3 LW of 1/2 LW aangeduid. Als de limieten van het belichtingsmeetsysteem worden overschreden, dan knipperen de weergaven.

  Persoonlijke instelling b2 ingesteld op 1/3 stap
Optimale belichting Onderbelicht met 1/3 LW Overbelicht met 2 LW
Bedieningspaneel
Zoeker (zoekerfotografie)
Monitor (livebeeld)

Geluidssignalen tijdens livebeeld

Een geluidssignaal kan klinken als u diafragma aanpast, de livebeeld-selector gebruikt of tijdens livebeeld aan de standknop draait. Dit duidt niet op een fout of defect.

Belichtingsvoorbeeld

In standen P, S, A en M kunt u livebeeld gebruiken om vooraf te bekijken hoe wijzigingen aan sluitertijd, diafragma en ISO-gevoeligheid van invloed zijn op de belichting: druk eenvoudig op de i-knop en selecteer Aan voor Belichtingsvoorbeeld (opgemerkt moet worden dat ondanks het feit dat belichtingscorrectie kan worden ingesteld op waarden tussen –5 en +5 LW, alleen waarden tussen –3 en +3 vooraf in de monitor kunnen worden bekeken). Belichtingsvoorbeeld is niet beschikbaar bij sluitertijden A (bulb) en % (tijd), daar waar het voorbeeld op onnauwkeurige wijze het eindresultaat toont tijdens bracketing, bij een sluitertijd v wanneer belichtingsvoorbeeld wordt gebruikt met Actieve D-Lighting (0 Actieve D-Lighting) of HDR (hoog dynamisch bereik; 0 Hoog dynamisch bereik (HDR)), wanneer A (automatisch) is geselecteerd voor de parameter Picture Control Contrast (0 Picture Control-instellingen) of wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt of als er een optionele flitser is bevestigd. Als het onderwerp zeer helder of zeer donker is, wordt de belichting mogelijk onnauwkeurig in de weergave getoond en zal de belichtingsaanduiding knipperen.

Zie ook

Zie, voor informatie over het omkeren van de belichtingsaanduidingen zodat negatieve waarden rechts en positieve waarden links worden weergegeven, A > Persoonlijke instelling f5 (Aanduidingen omkeren, 0 Aanduidingen omkeren).

Lange tijdopnamen (alleen stand M)

Selecteer de volgende sluitertijden voor lange tijdopnamen van bewegende lichten, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk.

  • Bulb (A): De sluiter blijft open terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. Gebruik een statief of een optionele draadloze afstandsbediening (0 Overige accessoires) of afstandsbedieningskabel (0 Overige accessoires) om onscherpte te voorkomen.
  • Tijd (%): Start de belichting met behulp van de ontspanknop op de camera of op een optionele afstandsbediening, afstandsbedieningskabel of draadloze afstandsbediening. De sluiter blijft open totdat de knop een tweede keer wordt ingedrukt.

Sluitertijd: A (35-seconden belichting)
Diafragma: f/25

Monteer, voordat u verder gaat, de camera op een statief of plaats deze op een stabiele, vlakke ondergrond. Verwijder de rubberen oogschelp en bedek de zoeker met het meegeleverde oculairkapje om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnenvalt in de foto verschijnt of de belichting verstoort (0 De zoeker afdekken). Nikon raadt aan een volledig opgeladen accu of een optionele lichtnetadapter en stroomaansluiting te gebruiken om stroomverlies te voorkomen terwijl de sluiter open is. Merk op dat er ruis (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels of waas) kan optreden in lange tijdopnamen. Heldere vlekken of waas kunnen worden verminderd door Aan te kiezen voor Ruisonderdr. lange tijdopname in het foto-opnamemenu (0 Ruisonderdr. lange tijdopname).

Bulb

  1. Draai de standknop naar M.

    Standknop

  2. Kies de sluitertijd.

    Draai, terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn, aan de hoofdinstelschijf om sluitertijd “Bulb” (A) te kiezen.

    Hoofdinstelschijf

    Bedieningspaneel

    Monitor

  3. Maak de foto.

    Druk, na het scherpstellen, de ontspanknop op de camera of op de optionele draadloze afstandsbediening of afstandsbedieningskabel volledig in. Verwijder uw vinger van de ontspanknop zodra de opname is voltooid.

Tijd

  1. Draai de standknop naar M.

    Standknop

  2. Kies de sluitertijd.

    Draai, terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn, aan de hoofdinstelschijf om sluitertijd “Tijd” (%) te kiezen.

    Hoofdinstelschijf

    Bedieningspaneel

    Monitor

  3. Open de sluiter.

    Druk, na het scherpstellen, de ontspanknop op de camera of optionele afstandsbediening, afstandsbedieningskabel of draadloze afstandsbediening volledig in.

  4. Sluit de sluiter.

    Herhaal de bewerking uitgevoerd in Stap 3.

ML-L3 afstandsbedieningen

Als u een ML-L3 afstandsbediening gaat gebruiken, selecteer dan de afstandsbedieningsstand (Vertraagd op afstand, Direct op afstand of Spiegel omhoog op afstand) met behulp van de optie Afstandsbedieningsstand (ML-L3) in het foto-opnamemenu (0 Een optionele afstandsbediening ML-L3 gebruiken). Mocht u een ML-L3 afstandsbediening gebruiken, merk dan op dat foto’s in stand “Tijd” worden gemaakt, ook al is “Bulb”/A geselecteerd voor sluitertijd. De opname start wanneer de ontspanknop op de afstandsbediening wordt ingedrukt en eindigt na 30 minuten of wanneer de knop opnieuw wordt ingedrukt.