Druk, om een ontspanstand te kiezen, op de ontgrendelingsknop van de keuzeknop voor de ontspanstand en draai de keuzeknop voor de ontspanstand zodanig dat de aanwijzer op één lijn ligt met de gewenste instelling.

Aanwijzer

Gemiddelde beeldsnelheid met een EN-EL15a-accu, continue servo-AF, handmatig of sluitertijdvoorkeuze belichting, een sluitertijd van 1/250 sec. of korter, overige instellingen (of in het geval van Cl, resterende instellingen anders dan Persoonlijke instelling d1) bij standaardwaarden en resterend geheugen in het buffergeheugen. De vermelde snelheden zijn mogelijk niet beschikbaar onder bepaalde omstandigheden. Beeldsnelheden kunnen afnemen bij hoge ISO-gevoeligheden (Hi 0,3–Hi 5) of bij extreem kleine diafragma’s (hoge f-waarden) of lange sluitertijden, wanneer vibratiereductie (beschikbaar voor VR-objectieven) of automatische instelling ISO-gevoeligheid (0 Autom inst ISO-gevoeligheid) ingeschakeld is, wanneer bepaalde objectieven worden gebruikt of als de accu bijna leeg is of flikkering is gedetecteerd wanneer flikkerreductie ingeschakeld is in het foto-opnamemenu (0 Flikkerreductie). Er wordt slechts één foto gemaakt als de flitser flitst.

Het buffergeheugen

De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke opslag, zodat u opnamen kunt blijven maken terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden opgeslagen. De beeldsnelheid neemt af wanneer de buffer vol is (tAA).

Terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt, geven de opnametellers het geschatte aantal beelden weer dat bij de huidige instellingen kan worden opgeslagen in het buffergeheugen.

Terwijl foto’s op de geheugenkaart worden vastgelegd, brandt het toegangslampje van de geheugenkaart. Afhankelijk van de opnameomstandigheden en prestaties van de geheugenkaart kan het enkele seconden tot enkele minuten duren om een foto vast te leggen. Verwijder niet de geheugenkaart en verwijder of ontkoppel niet de voedingsbron voordat het toegangslampje is gedoofd. Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl de buffer nog gegevens bevat, wordt de voeding pas uitgeschakeld nadat alle beelden in de buffer zijn vastgelegd. Als de accu leeg is terwijl de buffer nog beelden bevat, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en worden de beelden overgezet naar de geheugenkaart.

Livebeeld

Als een continue ontspanstand wordt gebruikt tijdens livebeeld, zullen foto’s worden weergegeven in plaats van het beeld door het objectief terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.

Zie ook

Voor meer informatie over:

  • Kiezen van het maximaal aantal foto’s in een enkele serieopname kunnen worden gemaakt, zie A > Persoonlijke instelling d2 (Max. aant. continu-opn., 0 Max. aant. continu-opn.).
  • Het aantal foto’s dat in een enkele serieopname kan worden gemaakt, zie “Geheugenkaartcapaciteit” (0 Capaciteit geheugenkaart).