Kies uit beeldvelden van FX (36×24) (FX formaat), DX (24×16) (DX formaat), 5 : 4 (30×24), 1,2× (30×20) en 1:1 (24×24).

1 FX-formaat
2 5 : 4
3 DX-formaat
4 1 : 1
5 1,2 ×
6 DX-formaat (24×16) beeldcirkel
7 FX-formaat (36×24) beeldcirkel

Beeldveldopties

De camera biedt keuze uit de volgende beeldvelden:

Automatische uitsnedeselectie

Selecteer, om automatisch een DX-uitsnede te selecteren wanneer een DX-objectief is bevestigd, Aan voor Beeldveld > Automatische DX-uitsnede in het foto-opnamemenu (0 Beeldveld). Het beeldveld geselecteerd in het foto-opnamemenu of met de camerabedieningen wordt alleen gebruikt wanneer een niet-DX-objectief is bevestigd. Selecteer Uit om het huidige geselecteerde beeldveld voor alle objectieven te gebruiken.

Automatische DX-uitsnede

Camerabedieningen kunnen niet worden gebruikt om beeldveld te selecteren wanneer een DX-objectief is bevestigd en Automatische DX-uitsnede aan is (0 Camerabedieningen).

Maskerweergave in zoeker

Als Aan is geselecteerd voor Beeldveld > Maskerweergave in zoeker in het foto-opnamemenu, wordt het gebied buiten de uitsneden 1,2× (30×20), DX (24×16), 5:4 (30×24) en 1:1 (24×24) grijs weergegeven in de zoeker.

1,2× (30×20)

DX (24×16)

5 : 4 (30×24)

1 : 1 (24×24)

DX-objectieven

DX-objectieven zijn bedoeld voor gebruik met DX-formaat camera’s en hebben een kleinere beeldhoek dan objectieven voor 35 mm-formaat camera’s. Als Automatische DX-uitsnede uit is en een andere optie dan DX (24 × 16) (DX-formaat) is geselecteerd voor Beeldveld wanneer een DX-objectief is bevestigd, worden de randen van het beeld mogelijk overschaduwd. Dit is mogelijk niet zichtbaar in de zoeker, maar wanneer de beelden worden afgespeeld, bemerkt u mogelijk een verminderde resolutie of zijn de randen van de foto verdonkerd.

Beeldveld

De geselecteerde optie wordt in het informatiescherm getoond.

Beeldveldselectie

Het beeldveld kan worden geselecteerd met behulp van de optie Beeldveld > Kies beeldveld in het foto-opnamemenu of door een bedieningsknop in te drukken en aan een instelschijf te draaien.

Het beeldveldmenu

  1. Selecteer Beeldveld.

    Markeer Beeldveld in het foto-opnamemenu en druk op 2.

  2. Selecteer Kies beeldveld.

    Markeer Kies beeldveld en druk op 2.

  3. Pas instellingen aan.

    Kies een optie en druk op J. De geselecteerde uitsnede wordt in de zoeker weergegeven.

Beeldformaat

Het beeldformaat wisselt met de optie geselecteerd voor beeldveld.

Camerabedieningen

  1. Wijs beeldveldselectie toe aan een camerabediening.

    Gebruik Persoonlijke instelling f1 (Aangepaste knoptoewijzing, 0 Aangepaste knoptoewijzing) om Kies beeldveld aan een bediening toe te wijzen.

  2. Gebruik de geselecteerde bediening om een beeldveld te kiezen.

    Het beeldveld kan worden geselecteerd door op de geselecteerde bediening te drukken en aan de hoofd- of secundaire instelschijf te draaien totdat de gewenste uitsnede in de zoeker (0 Maskerweergave in zoeker) wordt weergegeven.

    De momenteel geselecteerde optie voor beeldveld kan worden bekeken door op de bedieningsknop te drukken om het beeldveld in het bedieningspaneel of het informatiescherm weer te geven. FX-formaat wordt weergegeven als “36 - 24”, 1,2 × als “30 - 20”, DX-formaat als “24 - 16”, 5 : 4 als “30 - 24” en 1 : 1 als “24 - 24”.

Zie ook

Voor informatie over: