Als Aan is geselecteerd voor ISO-gevoeligheid instellen > Autom inst ISO-gevoeligheid in het foto-opnamemenu, dan wordt de ISO-gevoeligheid automatisch aangepast als geen optimale belichting kan worden verkregen bij de waarde geselecteerd door de gebruiker (ISO-gevoeligheid wordt correct aangepast zodra de flitser wordt gebruikt).

  1. Selecteer Autom inst ISO-gevoeligheid.

    Selecteer ISO-gevoeligheid instellen in het foto-opnamemenu, markeer Autom inst ISO-gevoeligheid en druk op 2.

  2. Selecteer Aan.

    Markeer Aan en druk op J (als Uit is geselecteerd, blijft ISO-gevoeligheid ingesteld bij de waarde geselecteerd door de gebruiker).

  3. Pas instellingen aan.

    De maximale waarde voor automatische ISO-gevoeligheid kan worden geselecteerd met behulp van Maximale gevoeligheid (de minimale waarde voor automatische ISO-gevoeligheid is automatisch ingesteld op ISO 64; merk op dat wanneer de waarde geselecteerd door de gebruiker hoger is dan de waarde gekozen voor Maximale gevoeligheid, de waarde zal worden gebruikt die door de gebruiker in plaats daarvan is geselecteerd). In de belichtingsstanden P en A wordt de gevoeligheid alleen aangepast als het tot onderbelichting zou leiden bij de sluitertijd geselecteerd voor Langste sluitertijd (1/4.000–30 sec. of Automatisch; in de standen S en M wordt ISO-gevoeligheid aangepast voor optimale belichting bij de sluitertijd geselecteerd door de gebruiker). Als Automatisch is geselecteerd, kiest de camera de langste sluitertijd op basis van de brandpuntsafstand van het objectief; het kiezen van korte sluitertijden bij het fotograferen van snel bewegende onderwerpen vermindert onscherpte. Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.

    Gebruik Maximale gevoeligheid met M om de maximale ISO-gevoeligheid te kiezen voor foto’s gemaakt met behulp van een optionele flitser. Het selecteren van Zelfde als zonder flitser stelt de maximale ISO-gevoeligheid voor flitsfotografie in op de waarde die momenteel is geselecteerd voor Maximale gevoeligheid.

Wanneer Aan is geselecteerd, tonen de zoeker en het bedieningspaneel ISO AUTO. Wanneer de gevoeligheid wordt gewijzigd ten opzichte van de waarde geselecteerd door de gebruiker, knipperen deze aanduidingen en wordt de gewijzigde waarde in de zoeker en in het bedieningspaneel getoond.

Langste sluitertijd

Automatische sluitertijdselectie kan worden verfijnd door Automatisch te markeren en op 2 te drukken: bijvoorbeeld waarden korter dan waarden die doorgaans automatisch worden geselecteerd, kunnen worden gebruikt met tele-objectieven om onscherpte te verminderen. Merk echter op dat Automatisch alleen functioneert met CPU-objectieven; als er zonder objectiefgegevens een objectief zonder CPU wordt gebruikt, is de langste sluitertijd altijd vast ingesteld op 1/30 sec. Sluitertijden kunnen afnemen tot onder het geselecteerde minimum als optimale belichting niet kan worden verkregen bij de ISO-gevoeligheid gekozen voor Maximale gevoeligheid.

Automatische instelling voor ISO-gevoeligheid in- of uitschakelen

U kunt automatische instelling voor ISO-gevoeligheid in- of uitschakelen door op de S (Q)-knop te drukken en aan de secundaire instelschijf te draaien. Het bedieningspaneel en de zoeker tonen ISO AUTO-pictogrammen wanneer automatische instelling voor ISO-gevoeligheid aan is en ISO wanneer deze uit is.

Autom inst ISO-gevoeligheid

Wanneer een flitser wordt gebruikt, zal de langste sluitertijd worden ingesteld op de waarde geselecteerd voor Langste sluitertijd tenzij deze waarde korter is dan Persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatiesnelheid, 0 Flitssynchronisatiesnelheid) of langer is dan Persoonlijke instelling e2 (Langste sluitertijd bij flits, 0 Langste sluitertijd bij flits), waarbij de waarde geselecteerd voor Persoonlijke instelling e2 in plaats ervan wordt gebruikt. Merk op dat de ISO-gevoeligheid mogelijk automatisch wordt verhoogd wanneer automatische instelling voor ISO-gevoeligheid wordt gebruikt in combinatie met flitsstanden met synchronisatie met lange sluitertijd (beschikbaar voor compatibele optionele flitsers), wat mogelijkerwijs voorkomt dat de camera lange sluitertijden selecteert.

Zie ook

Voor informatie over het kiezen van de referentie die wordt gebruikt om de belichting in te stellen wanneer een flitser met automatische instelling voor ISO-gevoeligheid wordt gebruikt, zie A > Persoonlijke instelling e4 (Autom inst ISO-gevoeligheid M, 0 Autom inst. ISO-gevoeligheid M).