Volg de onderstaande stappen om een kleurtemperatuur te kiezen wanneer K (Kies kleurtemperatuur) is geselecteerd voor witbalans.

Kies kleurtemperatuur

Merk op dat de gewenste resultaten niet worden verkregen met flitslicht of tl-verlichting. Kies N (Flitslicht) of I (Tl-licht) voor deze bronnen. Maak bij andere lichtbronnen een testopname om te bepalen of de geselecteerde waarde geschikt is.

Het menu Witbalans

Kleurtemperatuur kan worden geselecteerd met behulp van de opties Witbalans in het foto-opnamemenu. Voer waarden in voor de assen amber-blauw en groen-magenta, zoals hieronder beschreven.

  1. Selecteer Kies kleurtemperatuur.

    Selecteer Witbalans in het foto-opnamemenu, markeer vervolgens Kies kleurtemperatuur en druk op 2.

  2. Selecteer waarden voor de assen amber-blauw en groen-magenta.

    Druk op 4 of 2 om getallen te markeren op de as amber (A)–blauw (B) of de as groen (G)–magenta (M) en druk op 1 of 3 om te veranderen.

    Waarde voor as amber (A)-blauw (B)

    Waarde voor as groen (G)- magenta (M)

  3. Druk op J.

    Druk op J om wijzigingen op te slaan en terug te keren naar het foto-opnamemenu. Als een waarde anders dan 0 is geselecteerd voor de as groen (G)–magenta (M), dan wordt in het bedieningspaneel een sterretje (“U”) weergegeven.

De U-knop

Wanneer K (Kies kleurtemperatuur) is geselecteerd, kan de U-knop worden gebruikt om de kleurtemperatuur te kiezen, maar dan alleen voor de as amber (A)–blauw (B). Druk op de U-knop en draai aan de secundaire instelschijf totdat de gewenste waarde in het bedieningspaneel wordt weergegeven (aanpassingen worden in mireds uitgevoerd; 0 “Mired”). Druk op de U-knop om rechtstreeks een kleurtemperatuur in te voeren en druk op 4 of 2 om een getal te markeren en druk op 1 of 3 om dit getal te wijzigen.

U-knop

Secundaire instelschijf

Bedieningspaneel