Bevestig, om radio-AWL met compatibele flitsers te gebruiken, een WR-R10 draadloze afstandsbediening op de camera en breng een draadloze verbinding tot stand tussen de flitsers en de WR-R10.

Een draadloze verbinding tot stand brengen

Breng, voorafgaand aan het gebruik van radio-AWL, een draadloze verbinding tot stand tussen de WR-R10 en de secundaire flitsers.

  1. C: Sluit de WR-R10 aan.

    Sluit de WR-R10 op de camera aan. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie meegeleverd met de WR-R10.

  2. C: Selecteer Radio-AWL voor Flitserregeling > Opties voor draadloos flitsen in het foto-opnamemenu.

  3. C: Kies een kanaal.

    Stel de kanaalselectieknop van de WR-R10 in op het gewenste kanaal.

  4. C: Kies een verbindingsmethode.

    Selecteer Opties draadl. afstandsbed.(WR) > Verbindingsmethode in het setup-menu (0 Opties draadl. afstandsbed.(WR)) en kies uit de volgende opties:

    • Koppelen: De camera maakt alleen verbinding met apparaten die al eerder zijn gekoppeld, zodat signaalinterferentie van andere apparaten in de buurt wordt voorkomen. Aangezien elk apparaat afzonderlijk moet worden gekoppeld, wordt Pincode aanbevolen wanneer met een groot aantal apparaten verbinding wordt gemaakt.
    • Pincode: Communicatie wordt onder alle apparaten met dezelfde viercijferige pincode gedeeld, zodat dit een goede keuze is voor fotografie met een groot aantal externe apparaten. Als meerdere camera’s dezelfde pincode delen, worden de flitsers uitsluitend bestuurd door de camera die het eerst verbinding maakt, zodat wordt voorkomen dat alle camera’s verbinding maken (de lampjes op de WR-R10-eenheden die met de betreffende camera’s zijn verbonden, zullen knipperen).

  5. f: Breng een draadloze verbinding tot stand.

    Stel de externe flitsers in op de secundaire flitserstand voor radio-AWL en stel de apparaten in op het kanaal dat u selecteerde in Stap 3, koppel vervolgens elke secundaire flitser met de WR-R10 overeenkomstig de optie geselecteerd in Stap 4:

    • Koppelen: Start het koppelen op de externe eenheid en druk op de samenvoegknop van de WR-R10. Het koppelen is voltooid wanneer de LINK-lampjes op de WR-R10 en flitser oranje en groen knipperen; zodra een verbinding tot stand is gebracht, licht het LINK-lampje op de externe flitser groen op.
    • Pincode: Gebruik de bediening op de externe flitser om de pincode in te voeren die u selecteerde in Stap 4. Het LINK-lampje op de afstandsbediening kleurt groen zodra een verbinding tot stand is gebracht.
  6. f: Controleer of de flitsgereedlampjes voor alle flitsers branden.

    In radio-AWL brandt de flitsgereedaanduiding in de zoeker van de camera of flitserinformatieweergave wanneer alle flitsers gereed zijn.

De WR-R10 draadloze afstandsbediening

Een WR-A10-adapter is vereist bij het gebruik van de WR-R10. Vergeet niet de firmware van de WR-R10 bij te werken naar versie 3.0 of hoger; zie voor meer informatie over firmware-updates de Nikon-website voor uw regio.

Externe flitsers vermelden

Selecteer, om de flitsers te bekijken die momenteel worden bestuurd met behulp van radio-AWL, Flitserregeling > Info secundaire flitsers via radio in het foto-opnamemenu. De identifier (“naam secundaire flitser”) voor elke eenheid kan worden gewijzigd met behulp van de flitserregelingen.

Verbonden flitser

Groep Flitsgereedaanduiding

Opnieuw verbinding maken

Zolang het kanaal, de verbindingsmethode en andere instellingen hetzelfde blijven, zal de WR-R10 automatisch verbinding maken met eerder gekoppelde flitsers wanneer u secundaire flitserstand selecteert, en Stap 3–5 kan worden overgeslagen. Het LINK-lampje van de flitser kleurt groen wanneer een verbinding tot stand is gebracht.

Flitserinstellingen aanpassen

Selecteer, na het selecteren van Radio-AWL voor Flitserregeling > Opties voor draadloos flitsen in het foto-opnamemenu, Groepsflitsen, Snelle draadloze bediening en Gelijktijdig stroboscopisch flitsen voor Regeling secundaire flitser en pas de instellingen aan zoals hieronder beschreven.

Groepsflitsen

Selecteer deze optie om instellingen afzonderlijk voor elke groep aan te passen.

  1. C: Selecteer Groepsflitsen voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu.

  2. C: Selecteer Opties voor groepsflitsen.

    Markeer Opties voor groepsflitsen in de flitserregelingsweergave en druk op 2.

  3. C: Kies de flitserregelingsstand.

    Kies de flitserregelingsstand en de flitssterkte voor de hoofdflitser en de flitsers in elke groep:

    • TTL (DDL): i-DDL-flitserregeling.
    • qA: Automatisch diafragma (alleen beschikbaar voor compatibele flitsers).
    • M: Kies de flitssterkte handmatig.
    • – – (uit): De eenheden flitsen niet en de flitssterkte kan niet worden aangepast.

  4. f: Groepeer de secundaire flitsers.

    Kies een groep (A–F) voor elke secundaire flitser. De hoofdflitser kan maximaal 18 flitsers in elke gewenste combinatie regelen.

  5. C/f: Stel de opname samen.

    Stel de opname samen en stel de flitsers op. Zie de documentatie meegeleverd met de flitsers voor meer informatie. Druk, na het opstellen van de eenheden, op de i-knop in de flitserinformatieweergave (0 Flitserinstellingen wijzigen) en selecteer M Testflits om de eenheden te testflitsen en controleer of ze normaal functioneren.

  6. C: Kadreer de foto, stel scherp en maak de foto.

Snelle draadloze bediening

Selecteer deze optie om de algehele flitscorrectie voor en de relatieve balans tussen groep A en B te regelen, terwijl voor groep C de sterkte handmatig wordt ingesteld.

  1. C: Selecteer Snelle draadloze bediening voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu.

  2. C: Selecteer Opties snelle draadl. bediening.

    Markeer Opties snelle draadl. bediening in de flitserregelingsweergave en druk op 2.

  3. C: Pas flitserinstellingen aan.

    Kies de balans tussen groep A en B.

    Pas flitscorrectie aan voor groep A en B.

    Kies een flitserregelingsstand en flitssterkte voor de eenheden in groep C:

    • M: Kies de flitssterkte handmatig.
    • – –: De eenheden in groep C flitsen niet.

  4. f: Groepeer de secundaire flitsers.

    Kies een groep (A, B of C). De hoofdflitser kan maximaal 18 flitsers in elke gewenste combinatie regelen.

  5. C/f: Stel de opname samen.

    Stel de opname samen en stel de flitsers op. Zie de documentatie meegeleverd met de flitsers voor meer informatie. Druk, na het opstellen van de eenheden, op de i-knop in de flitserinformatieweergave (0 Flitserinstellingen wijzigen) en selecteer M Testflits om de eenheden te testflitsen en controleer of ze normaal functioneren.

  6. C: Kadreer de foto, stel scherp en maak de foto.

Gelijktijdig stroboscopisch flitsen

Wanneer deze optie is geselecteerd, zullen de flitsers herhaaldelijk flitsen terwijl de sluiter open is, waardoor het effect van een meervoudige belichting ontstaat.

  1. C: Selecteer Gelijktijdig stroboscopisch flitsen voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu.

  2. C: Selecteer Opties gelijktijdig strobos. flitsen.

    Markeer Opties gelijktijdig strobos. flitsen in flitserregelingsweergavemenu en druk op 2.

  3. C: Pas flitserinstellingen aan.

    Kies het flitsniveau (Sterkte), het maximumaantal keren dat de flitsers flitsen (Aantal) en het aantal keren dat de flitsers per seconde flitsen (Frequentie).

    Schakel geselecteerde groepen in of uit. Selecteer ON (AAN) om de geselecteerde groep in te schakelen, – – om de geselecteerde groep uit te schakelen.

  4. f: Groepeer de secundaire flitsers.

    Kies een groep (A–F) voor elke secundaire flitser. De hoofdflitser kan maximaal 18 flitsers in elke gewenste combinatie regelen.

  5. C/f: Stel de opname samen.

    Stel de opname samen en stel de flitsers op. Zie de documentatie meegeleverd met de flitsers voor meer informatie. Druk, na het opstellen van de eenheden, op de i-knop in de flitserinformatieweergave (0 Flitserinstellingen wijzigen) en selecteer M Testflits om de eenheden te testflitsen en controleer of ze normaal functioneren.

  6. C: Kadreer de foto, stel scherp en maak de foto.

Een schoen-bevestigde flitser toevoegen

Radiogestuurde flitsers kunnen met elk van de volgende flitsers, die op de accessoireschoen van de camera zijn bevestigd, worden gecombineerd:

  • SB-5000: Alvorens de flitser te bevestigen, stel deze in op radiogestuurde hoofdflitsersstand (een d-pictogram verschijnt in de linkerbovenhoek van de weergave) en kies groepsflitserregeling of gelijktijdige stroboscopische flitserregeling. Zodra de flitser is bevestigd, kunnen instellingen worden aangepast met behulp van de bedieningen op de flitser of de opties vermeld in de cameramenu’s onder Opties voor groepsflitsen > Hoofdflitser of onder “M” in de weergave Opties gelijktijdig strobos. flitsen.
  • SB-910, SB-900, SB-800, SB-700, SB-600: Configureer de flitser voor standalone gebruik en gebruik de bedieningen op de flitser om flitserinstellingen aan te passen.
  • SB-500, SB-400, SB-300: Bevestig de eenheid op de camera en pas instellingen aan met behulp van de cameraoptie Opties voor groepsflitsen > Hoofdflitser.