Druk op de ontgrendelingsknop van de keuzeknop voor de ontspanstand om een ontspanstand te kiezen en draai de keuzeknop voor de ontspanstand zodanig dat de wijzer op één lijn ligt met de gewenste instelling.

Wijzer

Voedingsbron en beeldsnelheid

De maximale beeldsnelheid verschilt per voedingsbron. De onderstaande getallen zijn de gemiddelde maximale beeldsnelheden beschikbaar voor continue servo-AF, handmatig of sluitertijdvoorkeuze automatische belichting, een sluitertijd van 1/250 sec. of korter, andere instellingen dan Persoonlijke instelling d1 bij standaardwaarden, en resterend geheugen in het buffergeheugen.

Voedingsbron Maximale beeldsnelheid (bps)
Ch Cl
Camea met EN-EL15a accu of met EP-5B stroomaansluiting en EH-5c/EH-5b lichtnetadapter 7 1–6
Camera met MB-D18 (EN-EL15a of AA) 7 1–6
Camera met MB-D18 (EN-EL18c) 9 1-8

De vermelde snelheden zijn mogelijk niet beschikbaar onder bepaalde omstandigheden. De beeldsnelheid neemt af bij sommige objectieven, lange sluitertijden, zeer kleine diafragma’s (hoge f-nummers) of hoge ISO-gevoeligheden (Hi 0,3 tot Hi 2), of wanneer ISO-gevoeligheid wordt aangepast via automatische instelling voor ISO-gevoeligheid (0 Automatische instelling ISO-gevoeligheid), flikkering wordt gedetecteerd met Inschakelen geselecteerd voor Flikkerreductie > Flikkerreductie-instelling in het foto-opnamemenu (0 Flikkerreductie), vibratiereductie (beschikbaar voor VR-objectieven) aan is, de accu bijna leeg is, de AA-batterijen in het MB-D18 battery pack bijna leeg of koud zijn, of een objectief zonder CPU is bevestigd met Diafragmaring geselecteerd voor Persoonlijke instelling f4 (Functie instelschijven inst.) > Instellen diafragma (0 Functie instelschijven inst.).

Het buffergeheugen

De camera is voorzien van een buffergeheugen voor tijdelijke opslag, zodat u opnamen kunt blijven maken terwijl de foto’s op de geheugenkaart worden opgeslagen. Merk echter op dat de beeldsnelheid zal afnemen zodra de buffer vol is (tAA).

Terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt, geven de opnametellers in de zoeker en het bedieningspaneel het geschatte aantal beelden aan dat bij de huidige instellingen kan worden opgeslagen in het buffergeheugen, en kunnen ze in de monitor worden bekeken tijdens livebeeld. Het aantal kan kortstondig afnemen, onmiddellijk nadat de camera wordt ingeschakeld.

Terwijl foto’s op de geheugenkaart worden vastgelegd, brandt het toegangslampje van de geheugenkaart. Afhankelijk van de opnameomstandigheden en prestaties van de geheugenkaart kan het enkele seconden tot enkele minuten duren om een foto vast te leggen. Verwijder niet de geheugenkaart en verwijder of ontkoppel niet de voedingsbron voordat het toegangslampje is gedoofd. Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl de buffer nog gegevens bevat, wordt de voeding pas uitgeschakeld nadat alle beelden in de buffer zijn vastgelegd. Als de accu leeg is terwijl de buffer nog beelden bevat, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en worden de beelden overgezet naar de geheugenkaart.

Zie ook

Voor informatie over:

  • Het kiezen van de volgorde waarin de foto’s in elke serieopname worden weergegeven na het vastleggen, zie D > Na serieopname toon (0 Na serieopname toon).
  • Het kiezen van het maximaal aantal foto’s dat in een enkele serieopname kan worden gemaakt, zie A > Persoonlijke instelling d2 (Max. aant. continu-opn., 0 Max. aant. continu-opn.).
  • Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt in een serieopname, zie “Geheugenkaartcapaciteit” (0 Capaciteit geheugenkaart).