Volg de onderstaande stappen om een optionele flitser op de camera te bevestigen en fotografeer met behulp van de flitser.

Zie ook

Zie, voor informatie over het gebruik van meerdere secundaire flitsers, “Optionele flitsers” (0 Optionele flitsers).

  1. Bevestig de eenheid op de accessoireschoen.

    Zie voor meer informatie de handleiding die is meegeleverd met de eenheid.

  2. Schakel de camera en flitser in.

    De flitser begint te laden; de flitsgereedaanduiding (c) wordt in de zoeker weergegeven zodra het laden is voltooid.

  3. Pas flitserinstellingen aan.

    Kies de flitsstand (0 Flitsstanden) en flitserregelingsstand (0 On-camera flitsfotografie).

  4. Pas sluitertijd en diafragma aan.

  5. Maak foto’s.

Flitsers van andere merken

De camera kan niet worden gebruikt met flitsers die voltages van meer dan 250 V toepassen op de X-contacten van de camera of kortsluitcontacten op de accessoireschoen. Het gebruik van dergelijke flitsers kan niet alleen de normale werking van de camera verstoren, maar ook de flitssynchronisatieschakelingen van de camera en/of de flitser beschadigen.

Sluitertijd

Sluitertijd kan als volgt worden ingesteld wanneer een optionele flitser wordt gebruikt:

Stand Sluitertijd
P, A Automatisch ingesteld door camera (1/250 sec.–1/60 sec.) *
S Waarde geselecteerd door gebruiker (1/250 sec.–30 sec.)
M Waarde geselecteerd door gebruiker (1/250 sec.–30 sec., Bulb (A), Tijd (%))

Als synchronisatie met lange sluitertijd, synchronisatie op het tweede gordijn met lange sluitertijd of synchronisatie met lange sluitertijd met rode-ogenreductie is geselecteerd voor de flitsstand, dan is het mogelijk sluitertijd in te stellen op een tijd van 30 sec.

De synchronisatie-aansluiting

Indien nodig kan een synchronisatiekabel op de synchronisatie-aansluiting worden aangesloten. Sluit via een synchronisatiekabel geen andere flitser aan bij het uitvoeren van synchronisatie op het tweede gordijn met een flitser bevestigd op de accessoireschoen van de camera.

i-DDL-flitserregeling

Wanneer een CVS-compatibele flitser wordt ingesteld op DDL, selecteert de camera automatisch één van de volgende flitserregelingen:

  • i-DDL-uitgebalanceerde invulflits voor digitale SLR: Onmiddellijk voor de hoofdflitser geeft de flitser een reeks van bijna onzichtbare voorflitsen (monitorvoorflitsen) af. Voorflitsen gereflecteerd door objecten in alle gebieden van het beeld worden opgepakt door de RGB-sensor met circa 180K (180.000) pixels en worden geanalyseerd in combinatie met afstandsinformatie van het matrixmeetsysteem om flitsuitvoer voor natuurlijke balans tussen hoofdonderwerp en omringende achtergrondverlichting in te stellen. Als er objectieven van type G, E of D worden gebruikt, is de afstandsinformatie inbegrepen bij het berekenen van de flitssterkte. De nauwkeurigheid van de berekening kan worden verhoogd voor objectieven zonder CPU door objectiefgegevens (brandpuntsafstand en maximaal diafragma; 0 Objectieven zonder CPU) te verschaffen. Niet beschikbaar wanneer spotmeting wordt gebruikt.
  • standaard i-DDL-invulflitser voor digitale SLR: De flitssterkte wordt aangepast om licht in het beeld naar een standaardniveau te brengen; met de helderheid van de achtergrond wordt geen rekening gehouden. Aanbevolen voor opnamen waarin het hoofdonderwerp wordt benadrukt ten koste van de achtergronddetails, of wanneer belichtingscorrectie wordt gebruikt. Standaard i-DDL-invulflitser voor digitale SLR wordt automatisch geactiveerd wanneer spotmeting is geselecteerd.