Het maximum aantal opnamen dat achter elkaar kan worden gemaakt in één serieopname in de continue stand kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 200. Merk op dat ongeacht de geselecteerde optie, er geen limiet is voor het aantal foto’s dat kan worden gemaakt in een enkele serieopname wanneer een sluitertijd van 4 sec. of langer is geselecteerd in belichtingsstand S of M.

Het buffergeheugen

Ongeacht de optie geselecteerd voor Persoonlijke instelling d2 neemt de opnamesnelheid af naarmate het buffergeheugen voller raakt (tAA).

A Persoonlijke instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen

a: Autofocus

b: Lichtmeting/belichting

c: Timers/AE-vergrendeling

d: Opnemen/weergeven

e: Bracketing/flits

f: Bediening

g: Film