Wanneer een flitser die uniforme flitssturing ondersteunt (een SB‑5000, SB‑500, SB‑400 of SB‑300) op de camera is gemonteerd, kunnen de flitserregelingsmodus, het flitsniveau en andere flitsinstellingen worden aangepast met het item [ Flitssturing ] > [ Flitssturingsmodus ] in het foto-opnamemenu (in het geval van de SB‑5000 kunnen deze instellingen ook worden aangepast met behulp van de bedieningselementen op de flitser). De beschikbare opties variëren afhankelijk van de gebruikte flitser, terwijl de opties die worden weergegeven onder [ Flitserregelingsmodus ] variëren afhankelijk van de geselecteerde modus. Instellingen voor andere flitsers kunnen alleen worden aangepast met de flitserbediening.

  • [ TTL ]: i-TTL-modus. Bij de SB‑500, SB‑400 en SB‑300 kan de flitscorrectie worden aangepast door de c ( Y )-knop ingedrukt te houden en aan de secundaire instelschijf te draaien.

  • [ Automatische externe flits ]: In deze modus wordt de uitvoer automatisch aangepast aan de hoeveelheid licht die door het onderwerp wordt gereflecteerd; flitscompensatie is ook beschikbaar. Automatische externe flitser ondersteunt de modi “automatisch diafragma” ( q A ) en “niet-TTL automatisch” ( A ). Zie de handleiding van de flitser voor meer informatie.

  • [ Afstandsprioriteit handmatig ]: Kies de afstand tot het onderwerp; De flitssterkte wordt automatisch aangepast. Flitscompensatie is ook beschikbaar.

  • [ Handmatig ]: Kies het flitsniveau handmatig.

  • [ Herhaalde flits ]: De flitser flitst herhaaldelijk terwijl de sluiter open is, waardoor een meervoudig belichtingseffect ontstaat. Kies het flitsniveau ([ Output ]), het maximale aantal keren dat het apparaat flitst ([ Times ]) en het aantal keren dat de flitser per seconde flitst ([ Frequency ], gemeten in Hertz). De beschikbare opties voor [ Tijden ] variëren afhankelijk van de opties die zijn geselecteerd voor [ Uitvoer ] en [ Frequentie ]; zie de documentatie die bij de flitser is geleverd voor meer informatie.

Uniforme flitsbediening

Met uniforme flitsbediening kunnen de camera en de flitser instellingen delen. Als er een flitser op de camera is gemonteerd die uniforme flitssturing ondersteunt, worden wijzigingen in de flitsinstellingen die met de camera of de flitser zijn gemaakt, op beide apparaten weergegeven, evenals wijzigingen die zijn gemaakt met de optionele Camera Control Pro 2 software.