Gebruik deze optie om de door de camera geselecteerde belichtingswaarde fijn af te stellen. De belichting kan voor elke meetmethode afzonderlijk worden fijnafgesteld met een waarde van +1 tot –1 LW in stappen van 1/6 LW.

Fijnafstelling belichting

De belichting kan voor elke geheugenbank voor Persoonlijke instellingen afzonderlijk fijn worden afgesteld en wordt niet beïnvloed door een reset met twee knoppen. Als het (E)-pictogram voor belichtingscorrectie niet wordt weergegeven, kan de hoeveelheid aangepaste belichting alleen worden bepaald door de hoeveelheid in het menu voor fijnafstelling te bekijken.

A Persoonlijke instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen

a: Autofocus

b: Lichtmeting/belichting

c: Timers/AE-vergrendeling

d: Opnemen/weergeven

e: Bracketing/flits

f: Bediening

g: Film