Foto’s worden opgeslagen met een bestandsnaam die bestaat uit “DSC_” of, in het geval van afbeeldingen die Adobe RGB kleurruimte gebruiken (0 Kleurruimte), “_DSC”, gevolgd door een getal van vier cijfers en een extensie van drie letters (bijv. “DSC_0001.JPG”). De optie Naamgeving bestanden wordt gebruikt om drie letters te selecteren die het gedeelte “DSC” van de bestandsnaam vervangen zoals beschreven in “Tekstinvoer” (0 Tekstinvoer).

Tekstinvoer

Er wordt een venster weergegeven wanneer tekstinvoer is vereist. Tik op de letters op het aanraaktoetsenbord. U kunt ook de multi-selector gebruiken om het gewenste teken te markeren in het toetsenbordveld en druk op het midden van de multi-selector om het gemarkeerde teken bij de huidige cursorpositie in te voegen (let op: wordt een teken ingevoerd terwijl het veld vol is, dan wordt het laatste teken in het veld gewist). Druk op de O (Q)-knop om het teken onder de cursor te wissen. Tik op het scherm of houd de W (M)-knop ingedrukt en druk op 4 of 2 om de cursor naar een nieuwe positie te verplaatsen. Druk op J om de invoer te voltooien en terug te keren naar het vorige menu. Druk op G om af te sluiten zonder de tekstinvoer te voltooien.

Tekstweergaveveld

Toetsenbordveld

Extensies

De volgende extensies worden gebruikt: “.NEF” voor NEF (RAW)-afbeeldingen, “.TIF” voor TIFF (RGB)-afbeeldingen, “.JPG” voor JPEG-afbeeldingen, “.MOV” voor MOV-films en “.MP4” voor MP4-films en “.NDF” voor stofreferentiegegevens. De NEF- en JPEG-afbeeldingen van elk paar foto’s gemaakt met de beeldkwaliteitsinstelling NEF (RAW) + JPEG hebben dezelfde bestandsnamen maar andere extensies.