Eigen Picture Control creëren.

Eigen Picture Control creëren

De Picture Control meegeleverd met de camera kunnen worden aangepast en opgeslagen als eigen Picture Control.

  1. Selecteer Opslaan/bewerken.

    Markeer Opslaan/bewerken en druk op 2.

  2. Selecteer een Picture Control.

    Markeer een bestaande Picture Control en druk op 2 of druk op J om verder te gaan met Stap 4 om een kopie van de gemarkeerde Picture Control op te slaan zonder verdere aanpassing.

  3. Bewerk de geselecteerde Picture Control.

    Druk, om wijzigingen ongedaan te maken en opnieuw te starten vanuit standaardinstellingen, op de O (Q)-knop. Druk op J wanneer instellingen zijn voltooid.

  4. Selecteer een bestemming.

    Kies een bestemming voor de eigen Picture Control (C-1 tot en met C-9) en druk op 2.

  5. Geef de Picture Control een naam.

    Een tekstinvoervenster wordt weergegeven. Standaard wordt voor nieuwe Picture Control een tweecijferig nummer (automatisch toegewezen) aan de naam van de bestaande Picture Control toegevoegd; geef, om een andere naam te geven, de Picture Control een andere naam zoals beschreven in “Tekstinvoer” (0 Tekstinvoer). Tik op de toetsenbordselectieknop om door hoofdletter, kleine letter en symbolen op het toetsenbord te scrollen. Eigen Picture Control-namen kunnen maximaal negentien tekens lang zijn. Alle tekens na het negentiende teken worden verwijderd.

    Naamveld

    Toetsenbordveld Toetsenbordselectie

Opties eigen Picture Control

De opties beschikbaar voor eigen Picture Control zijn dezelfde opties als die waarop de eigen Picture Control was gebaseerd.

Het originele Picture Control-pictogram

De originele vooringestelde Picture Control waarop de eigen Picture Control is gebaseerd, wordt aangeduid door een pictogram in de rechterbovenhoek van het bewerkingsscherm.

Originele Picture Control-pictogram