Maak van twee tot tien NEF (RAW)-opnamen één enkele foto.

Een meervoudige belichting creëren

Meervoudige belichtingen kunnen niet in livebeeld worden vastgelegd. Sluit livebeeld af alvorens verder te gaan.

Verlengde opnametijden

Als de monitor uitschakelt tijdens weergave of menubewerkingen en er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende 30 sec., zal de opname stoppen en een meervoudige belichting worden gecreëerd van de opnamen die tot op dat punt zijn gemaakt. De tijd die beschikbaar is om de volgende opname te maken, kan worden verlengd door langere tijden voor Persoonlijke instelling c2 (Stand-by-timer, 0 c2: Stand-by-timer) te kiezen.

  1. Selecteer Meervoudige belichting.

    Markeer Meervoudige belichting in het foto-opnamemenu en druk op 2.

  2. Selecteer een stand.

    Markeer Stand voor meerv. belichting en druk op 2, druk vervolgens op 1 of 3 om de gewenste stand te kiezen en druk op J om te selecteren.

    Als Aan (reeks) of Aan (één foto) is geselecteerd, wordt een n-pictogram in het bedieningspaneel weergegeven.

  3. Kies het aantal opnamen.

    Markeer Aantal opnamen en druk op 2.

    Druk op 1 of 3 om het aantal belichtingen te kiezen dat wordt gecombineerd om één enkele foto te vormen en druk op J.

    De BKT-knop

    Als Meervoudige belichting is geselecteerd voor Persoonlijke instelling f1 (Aangepaste knoptoewijzing) > BKT-knop + y (0 f1: Aangepaste knoptoewijzing), dan kunt u de meervoudige belichtingsstand selecteren door op de BKT-knop te drukken en aan de hoofdinstelschijf te draaien en het aantal opnamen door op de BKT-knop te drukken en aan de secundaire instelschijf te draaien. De stand en het aantal opnamen wordt in het bedieningspaneel getoond: de pictogrammen die bij de betreffende stand horen, zijn a voor Uit, B voor Aan (één foto) en b voor Aan (reeks).

  4. Kies het beeld-op-beeld.

    Markeer Beeld-op-beeld en druk op 2, druk vervolgens op 1 of 3 om de gewenste stand te kiezen en druk op J om te selecteren.

  5. Kies of individuele belichtingen behouden moeten blijven.

    Kies of de individuele opnamen die de meervoudige belichting vormen, worden behouden of gewist, markeer Alle belichtingen bewaren en druk op 2, druk vervolgens op 1 of 3 om de gewenste optie te kiezen en druk op J om te selecteren.

  6. Kies de eerste belichting.

    Om de eerste opname te kiezen van bestaande foto’s die zijn gemaakt met Groot geselecteerd voor Beeldformaat > NEF (RAW) in het foto-opnamemenu, markeer Eerste belichting select. (NEF) en druk op 2. Gebruik de multi-selector om het gewenste beeld te markeren en druk op J om te selecteren (om het gemarkeerde beeld in volledig scherm te bekijken, houdt u de X-knop ingedrukt). Om een keuze te maken uit beelden in een andere sleuf of map, druk op de W (M)-knop.

  7. Kadreer een foto, stel scherp en maak de foto.

    In continue ontspanstanden legt de camera alle belichtingen vast in een enkele serieopname. Als Aan (reeks) is geselecteerd, blijft de camera meerdere belichtingen vastleggen terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt; als Aan (één foto) is geselecteerd, wordt het vastleggen van een meervoudige belichting na de eerste foto beëindigd. In zelfontspannerstand maakt de camera automatisch het aantal opnamen dat is geselecteerd in Stap 3, ongeacht de optie geselecteerd voor Persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner) > Aantal opnamen (0 c3: Zelfontspanner); het interval tussen opnamen wordt echter geregeld door Persoonlijke instelling c3 (Zelfontspanner) > Interval tussen opnamen. In andere standen wordt één foto gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt; blijf fotograferen totdat alle belichtingen zijn vastgelegd. Als u in Stap 6 een bestaande NEF (RAW)-afbeelding als de eerste belichting hebt geselecteerd, dan start de opname vanaf de tweede belichting. Voor informatie over het onderbreken van een meervoudige belichting voordat alle foto’s zijn vastgelegd, zie “Meervoudige belichtingen beëindigen” (0 Meervoudige belichtingen beëindigen).

    Het n-pictogram knippert totdat de opname eindigt. Als Aan (reeks) is geselecteerd, eindigt meervoudige belichtingsopname alleen wanneer Uit is geselecteerd voor meervoudige belichtingsstand; als Aan (één foto) is geselecteerd, eindigt meervoudige belichtingsopname automatisch wanneer de meervoudige belichting is voltooid. Het n-pictogram verdwijnt uit de weergave zodra de meervoudige belichtingsopname eindigt.

De i-knop gebruiken

De hieronder vermelde opties zijn toegankelijk door op de K-knop te drukken tijdens een meervoudige belichting en vervolgens op de i-knop te drukken. Gebruik het aanraakscherm of navigeer door het menu met behulp van de multi-selector en druk daarbij op 1 of 3 om items te markeren en op J om te selecteren.

  • Voortgang weergeven: Bekijk een voorbeeld gecreëerd van belichtingen die bij het huidige punt zijn vastgelegd.
  • Laatste belichting opnieuw maken: Leg de meest recente belichting opnieuw vast.
  • Opslaan en afsluiten: Maak een meervoudige belichting van de belichtingen vastgelegd tot het huidige punt.
  • Verwijderen en afsluiten: Sluit af zonder een meervoudige belichting vast te leggen. Als Aan is geselecteerd voor Alle belichtingen bewaren, dan blijven de huidige belichtingen behouden.

i-knop

Meervoudige belichtingen beëindigen

Selecteer, om een meervoudige belichting te beëindigen voordat het gespecificeerde aantal belichtingen is gemaakt, Uit voor meervoudige belichtingsstand of druk op de K-knop gevolgd door de i-knop en selecteer Opslaan en afsluiten of Verwijderen en afsluiten. Als de opname eindigt of u selecteert Opslaan en afsluiten voordat het gespecificeerde aantal opnamen is gemaakt, dan wordt een meervoudige belichting gecreëerd van de belichtingen die tot op dat punt zijn vastgelegd. Als Gemiddelde is geselecteerd voor Beeld-op-beeld, wordt de versterking aangepast aan het werkelijke aantal vastgelegde opnamen. Merk op dat de opname automatisch eindigt als:

  • Een reset met twee knoppen wordt uitgevoerd
  • De camera wordt uitgeschakeld
  • De accu leeg is

Meervoudige belichting

Meervoudige belichtingen kunnen worden beïnvloed door ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen).

Verwijder of vervang de geheugenkaart niet tijdens het opnemen van een meervoudige belichting.

Livebeeld is niet beschikbaar terwijl de opname bezig is. Het selecteren van livebeeld zet Stand voor meerv. belichting terug naar Uit.

De opname-instellingen en foto-informatie voor foto’s met meervoudige belichtingen zijn die voor de eerste belichting.

“Eerste belichting select. (NEF)”

Als de NEF (RAW)-afbeelding, geselecteerd voor de eerste belichting, werd vastgelegd bij een ISO-gevoeligheid van Hi 0,3 tot Hi 2, dan wordt de elektronische eerste gordijn-sluiter niet gebruikt tijdens de meervoudige belichting, ook al is Inschakelen geselecteerd voor Persoonlijke instelling d6 (Elektr. eerste-gordijnsluiter, 0 d6: Elektr. eerste-gordijnsluiter).

Intervalfotografie

Als intervalfotografie is geactiveerd voordat de eerste opname wordt gemaakt, legt de camera belichtingen vast bij het geselecteerde interval totdat het aantal belichtingen gespecificeerd in het meervoudige belichtingsmenu is gemaakt (het aantal opnamen weergegeven in het intervalopnamemenu wordt genegeerd). Deze belichtingen worden dan als één foto vastgelegd en intervalopname wordt beëindigd (als Aan (één foto) is geselecteerd voor meervoudige belichtingsstand, wordt ook de meervoudige belichtingsopname automatisch beëindigd).

Overige instellingen

Tijdens het vastleggen van een meervoudige belichting kunnen geen geheugenkaarten worden geformatteerd en worden sommige menu-items grijs weergegeven en kunnen ze niet worden gewijzigd.