b (automatisch) stand kan ook worden gebruikt voor eenvoudige, “richten- en-maken”-filmopnamen.

  1. Schakel de camera in.

    De monitor en het bedieningspaneel lichten op.

  2. Selecteer filmstand.

    Draai de foto/filmstand selectieschakelaar naar 1. Merk op dat optionele flitsers niet kunnen worden gebruikt wanneer de camera in filmstand staat.

  3. Selecteer b-stand.

    Draai, terwijl u de ontgrendelingsknop van de standknop bovenop de camera indrukt, de standknop naar b.

    Standknop

    Ontgrendelingsknop van standknop

  4. Start de opname.

    Druk op de filmopnameknop om de opname te starten. Terwijl de opname wordt uitgevoerd, toont de camera een opnameaanduiding en de resterende tijd. Door op de AF-ON-knop te drukken of op uw onderwerp in de weergave te klikken, kan de camera op elk gewenst moment tijdens het opnemen opnieuw worden scherpgesteld. Geluid wordt opgenomen via de ingebouwde microfoon; dek de microfoon niet af tijdens het opnemen.

    Filmopnameknop

    Opnameaanduiding

    Resterende tijd

  5. Beëindig de opname.

    Druk opnieuw op de filmopnameknop om de opname te beëindigen. Het toegangslampje van de geheugenkaart brandt terwijl de camera het opslaan van de film op de geheugenkaart afrondt. U mag de geheugenkaart niet uitwerpen of de voedingsbron verwijderen of loskoppelen voordat het toegangslampje uit is en de opname is voltooid.

    Toegangslampje geheugenkaart

Het 0-pictogram

Een 0-pictogram geeft aan dat er geen films kunnen worden opgenomen.

Door in filmstand de ontspanknop volledig in te drukken, kunnen foto’s worden gemaakt zonder de opname te onderbreken. Het C-pictogram knippert in het scherm wanneer een foto wordt gemaakt.

Foto’s maken in filmstand

Merk op dat fotograferen ook mogelijk is wanneer het onderwerp niet scherp is. Foto’s worden vastgelegd in fijnm-kwaliteit JPEG-formaat bij de afmetingen die momenteel zijn geselecteerd voor filmbeeldformaat. In continue ontspanstanden zal de beeldvoortgangssnelheid terwijl de opname is onderbroken, variëren met de optie geselecteerd voor Beeldformaat/beeldsnelheid, maar wordt er slechts één foto gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt terwijl de opname wordt uitgevoerd. Met elke film kunnen maximaal 50 foto’s worden gemaakt.

Tijdens opname

Flikkeringen, banden of vertekeningen kunnen in de weergave en in foto’s en films zichtbaar zijn onder tl-licht of kwikdamp- of natriumdamplampen, of met onderwerpen die in beweging zijn, vooral als de camera horizontaal wordt gepand of een voorwerp met hoge snelheid horizontaal door het beeld beweegt. Er kunnen ook gekartelde randen, valse kleuren, moiré en heldere vlekken verschijnen. Er kunnen heldere gebieden of banden verschijnen in bepaalde delen van het beeld met knipperende symbolen en andere intermitterende lichtbronnen of als het onderwerp kort door een strobe of andere heldere, kortstondige lichtbron wordt verlicht, terwijl ook ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) en onverwachte kleuren zichtbaar kunnen zijn als u inzoomt op het beeld door het objectief. Er kan flikkering optreden wanneer motorgestuurd diafragma wordt gebruikt tijden de filmopname.

Richt de camera niet naar de zon of andere sterke lichtbronnen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan schade aan de interne schakelingen van de camera tot gevolg hebben.

Films opnemen

De opname wordt automatisch beëindigd wanneer de maximale lengte is bereikt of de geheugenkaart vol is of als het objectief is verwijderd, een andere stand is geselecteerd of de foto/filmstand selectieschakelaar naar C is gedraaid. Merk op dat de ingebouwde microfoon mogelijk geluiden opneemt die door de camera of het objectief worden gemaakt tijdens vibratiereductie, autofocus of wijzigingen aan het diafragma.