Oplossingen voor sommige veelvoorkomende problemen worden hieronder vermeld.

Accu/Weergave

  • De camera is aan maar reageert niet: Wacht totdat de opname is beëindigd. Zet de camera uit als het probleem zich blijft voordoen. Als de camera niet uitschakelt, verwijder dan de accu en plaats deze terug of, als u een lichtnetadapter gebruikt, ontkoppel de lichtnetadapter en sluit deze weer aan. Merk op dat hoewel gegevens die momenteel worden vastgelegd verloren zullen gaan, het verwijderen of loskoppelen van de stroomvoorziening niet van invloed zal zijn op gegevens die al zijn vastgelegd.
  • De zoeker of monitor schakelt niet in:

    • Kies een andere monitorstand met behulp van de monitorstandknop (houd er rekening mee dat u mogelijk eerst de gewenste modus moet inschakelen met behulp van de optie Selectie monitorstand beperken in het instelmenu).
    • Vuil, stof of ander vreemd materiaal op de oogsensor kan ervoor zorgen dat deze niet normaal functioneert. Reinig de oogsensor met een blaasbalgje.
  • Beeld in de zoeker is onscherp: Draai aan de dioptrieregelaar om de zoeker scherp te stellen. Als dit het probleem niet oplost, selecteer dan AF-S, enkelpunts AF en het middelste scherpstelpunt en kadreer vervolgens een onderwerp met een hoog contrast in het middelste scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen. Gebruik de dioptrieregelaar met scherpgestelde camera om het onderwerp scherp in beeld te brengen in de zoeker.
  • De weergaven schakelen zonder waarschuwing uit: Kies langere vertragingen voor Persoonlijke instelling c3 (Uitschakelvertraging).
  • Het bedieningspaneel is traag en donker: Reactietijden en helderheid van het bedieningspaneel wisselen met de temperatuur.

Opname

  • Het aanzetten van de camera duurt lang: Wis bestanden of mappen.
  • De ontspanknop is uitgeschakeld:

    • De geheugenkaart is vol.
    • Sluiter vergrendeld is geselecteerd voor Ontspannen bij geen kaart in het setup-menu en er is geen geheugenkaart geplaatst.
    • Stand S geselecteerd met Bulb of Time (Tijd) gekozen voor sluitertijd.
  • De camera reageert traag op de ontspanknop: Selecteer Uit voor Persoonlijke instelling d4 (Belichtingsvertragingsstand).
  • Telkens bij het indrukken van de ontspanknop wordt in de continue opnamestanden slechts één foto gemaakt: Schakel HDR uit.
  • Foto’s zijn niet scherp: Selecteer AF-S, AF-C of AF-F om scherp te stellen met behulp van autofocus. Als de camera niet kan scherpstellen met behulp van autofocus (0 Autofocus), gebruik dan handmatige scherpstelling of scherpstelvergrendeling.
  • Er klinken geen signalen:

    • Uit is geselecteerd voor Signaalopties > Signaal aan/uit in het setup-menu.
    • AF-C is geselecteerd voor scherpstelstand.
    • Aan is geselecteerd voor Stil fotograferen in het foto-opnamemenu.
    • De camera bevindt zich in de filmstand.
  • De volledige reeks sluitertijden is niet beschikbaar: Er is een flitser in gebruik. Flitssynchronisatiesnelheid kan worden geselecteerd met behulp van Persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatiesnelheid); bij het gebruik van compatibele flitsers, kies 1/200 sec. (automat. FP) voor toegang tot de volledige reeks sluitertijden.
  • Scherpstelling wordt niet vergrendeld wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt: Is AF-C geselecteerd voor scherpstelstand, dan kan de scherpstelling worden vergrendeld door het midden van de secundaire selector in te drukken.
  • Het scherpstelpunt kan niet worden gewijzigd: Scherpstelpuntselectie is niet beschikbaar in automatisch veld-AF; kies een andere AF-veldstand.
  • De camera fotografeert traag: Schakel ruisonderdrukking lange tijdopname uit.
  • De belichting in foto’s en films lijkt niet hetzelfde als het voorbeeld in de weergave: Selecteer, om de effecten van de aangepaste instellingen die belichting en kleur beïnvloeden vooraf te bekijken, Aan voor Persoonlijke instelling d8 (Instell. toepassen op livebeeld). Merk op dat aanpassingen aan Monitorhelderheid en Helderheid zoeker geen invloed hebben op beelden opgenomen met de camera.
  • Flikkering of banden verschijnen in filmstand: Selecteer Flikkerreductie in het filmopnamemenu en kies een optie die overeenkomt met de frequentie van het lokale lichtnet.
  • Er verschijnen heldere gebieden of banden in het beeld door het objectief: De opname werd samengesteld terwijl een knipperend teken, flitslicht of andere lichtbron van korte duur actief was.
  • Er verschijnen vlekken in foto’s: Reinig de voorste en achterste objectiefelementen. Als het probleem aanhoudt, voer dan reiniging van de beeldsensor uit.
  • Bokeh is onregelmatig: met korte sluitertijden en/of korte objectieven merkt u mogelijk onregelmatigheden in de manier waarop bokeh wordt gevormd. Het effect kan worden beperkt door langere sluitertijden en/of hogere f-waardes te kiezen.
  • Foto’s zijn aangetast door zichtbare beeldschaduwen of lichtvlekken: U kunt beeldschaduwen of lichtvlekken opmerken in opnamen waar de zon of andere felle lichtbronnen op staan. Deze effecten kunnen worden verminderd door een zonnekap te bevestigen of door composities samen te stellen met heldere lichtbronnen ver uit het beeld. U kunt ook technieken proberen zoals het verwijderen van objectieffilters, het kiezen van een andere sluitertijd of het gebruik van stille fotografie.
  • De opname stopt onverwachts of start niet: De opname stopt automatisch om schade aan de interne schakelingen van de camera te voorkomen indien de omgevingstemperatuur hoog is of de camera veelvuldig is gebruikt voor serieopnamen, filmopnamen of dergelijke. Als u niet kunt fotograferen omdat de camera oververhit is, wacht dan tot de interne schakelingen zijn afgekoeld en probeer het vervolgens opnieuw. Merk op dat de camera warm kan aanvoelen, maar dit duidt niet op een defect.
  • Er verschijnen beeldartefacten in de weergave tijdens de opname: “Ruis” (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) en onverwachte kleuren kunnen verschijnen als u inzoomt op het beeld door het objectief. Willekeurige heldere pixels, waas of heldere vlekken kunnen ook zichtbaar zijn als gevolg van toenemende temperaturen van de interne schakelingen van de camera tijdens de opname; schakel de camera uit wanneer deze niet in gebruik is. Bij hoge ISO-gevoeligheden kan ruis beter zichtbaar zijn in lange tijdopnamen of in foto’s opgenomen wanneer de temperatuur van de camera te hoog is. Merk op dat de verspreiding van ruis in het scherm kan afwijken van die in de uiteindelijke foto. Pas, om ruis te verminderen, instellingen zoals ISO-gevoeligheid, sluitertijd of Actieve D-Lighting aan.
  • De camera kan witbalans niet meten: Het onderwerp is te donker of te licht.
  • Beelden kunnen niet worden geselecteerd als bron voor voorinstelling witbalans: De beelden in kwestie werden met een ander model camera gemaakt.
  • Witbalansbracketing is niet beschikbaar:

    • De optie NEF (RAW) of NEF+JPEG beeldkwaliteit is geselecteerd voor beeldkwaliteit.
    • Meervoudige belichting of HDR (hoog dynamisch bereik) fotografie is aan.
  • De effecten van Picture Control verschillen van beeld tot beeld: Automatisch is geselecteerd voor Picture Control instellen, een Picture Control op basis van Automatisch is geselecteerd of A (automatisch) is Snelle verscherping. Kies een andere instelling voor samenhangende resultaten voor een reeks foto’s.
  • Lichtmeting kan niet worden gewijzigd: Vergrendeling automatische belichting is in werking.
  • Belichtingscorrectie kan niet worden gebruikt: Kies stand P, S of A.
  • Ruis (gekleurde vlekken of andere artefacten) verschijnt in lange tijdopnamen: Schakel ruisonderdrukking van lange tijdopnamen in.
  • De AF-hulpverlichting brandt niet:

    • Selecteer Aan voor Persoonlijke instelling a12 (Ingebouwde AF-hulpverlichting).
    • De verlichting gaat niet branden in filmstand of wanneer AF-C of MF is geselecteerd voor scherpstelstand.
  • Geluid wordt niet opgenomen met films: Microfoon uit is geselecteerd voor Microfoongevoeligheid in het filmopnamemenu.

Weergave

  • NEF (RAW)-afbeeldingen worden niet weergegeven: De foto’s werden vastgelegd bij beeldkwaliteiten NEF +JPEG.
  • De camera toont geen foto’s die met andere camera’s zijn gemaakt: Foto’s gemaakt met andere merken camera’s worden mogelijk onjuist weergegeven.
  • Sommige foto’s worden niet weergegeven tijdens weergave: Selecteer Alle voor Weergavemap.
  • “Staande” foto’s (portret) worden “liggend” (landschap) weergegeven:

    • Selecteer Aan voor Draai portret in het weergavemenu.
    • De foto’s worden weergegeven in controlebeeld.
    • De camera werd omhoog of omlaag gericht ten tijde de foto werd gemaakt.
  • Foto’s kunnen niet worden gewist: De foto’s zijn beveiligd. Verwijder de beveiliging.
  • Foto’s kunnen niet worden geretoucheerd: De foto kan niet worden bewerkt met deze camera.
  • De camera geeft een bericht weer met de melding dat de map geen beelden bevat: Selecteer Alle voor Weergavemap.
  • Foto’s kunnen niet worden afgedrukt: NEF (RAW)- en TIFF-foto's kunnen niet via een directe USB-verbinding worden afgedrukt. Zet de foto's over naar een computer en druk ze af met behulp van NX Studio. NEF (RAW)-foto's kunnen worden opgeslagen in JPEG-formaat met behulp van de optie NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu.
  • Foto’s worden niet weergegeven op HDMI-apparaten: Controleer of een HDMI-kabel (apart verkrijgbaar) aangesloten is.
  • Uitvoer naar HDMI-apparaten werkt niet zoals verwacht:

    • Controleer of de HDMI-kabel juist aangesloten is.
    • Selecteer Uit voor HDMI > Geavanceerd > Besturing externe opname in het setup-menu.
    • Controleer nogmaals na het selecteren van Alle instellingen terugzetten in het setup-menu.
  • De stofverwijderingsoptie in NX Studio heeft niet het gewenste effect: Reiniging van de beeldsensor wijzigt de positie van stof op de beeldsensor. Stofreferentiegegevens die zijn vastgelegd voordat reiniging van de beeldsensor is uitgevoerd, kunnen niet worden gebruikt met foto’s gemaakt nadat reiniging van de beeldsensor is uitgevoerd; op dezelfde manier kunnen stofreferentiegegevens die zijn vastgelegd nadat reiniging van de beeldsensor is uitgevoerd, worden gebruikt voor foto’s gemaakt voordat reiniging van de beeldsensor is uitgevoerd.
  • Computers geven NEF (RAW)-afbeeldingen op een andere manier weer dan de camera: Software van derden geeft geen effecten weer van Picture Controls, Actieve D-Lighting, vignetteringscorrectie of dergelijke. Gebruik NX Studio.
  • Foto’s kunnen niet worden overgezet naar een computer: Het besturingssysteem van de computer is niet compatibel met de camera of overdrachtssoftware. Gebruik een kaartlezer of kaartsleuf om de foto’s naar een computer te kopiëren.

Bluetooth en Wi-Fi (Draadloze netwerken)

  • Smartapparaten geven niet de SSID (netwerknaam) van de camera weer:

    • Controleer of Uitschakelen is geselecteerd voor Vliegtuigmodus in het setup-menu van de camera.
    • Controleer of Inschakelen is geselecteerd voor Verbinden met smartapparaat > Koppelen (Bluetooth) > Bluetooth-verbinding in het setup-menu van de camera.
    • Probeer op het smartapparaat Wi-Fi uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
  • De camera kan geen verbinding maken met draadloze printers en andere draadloze apparaten: Deze camera kan alleen verbinding maken met computers en smartapparaten.

Diversen

  • De opnamedatum is onjuist: De cameraklok is minder nauwkeurig dan de meeste horloges en klokken voor huishoudelijk gebruik. Controleer de klok regelmatig met meer nauwkeurige uurwerken en reset indien nodig.
  • Sommige menu-item kunnen niet worden geselecteerd: Sommige opties zijn niet beschikbaar bij bepaalde combinaties van instellingen of wanneer geen geheugenkaart is geplaatst.