Witbalans
Witbalans zorgt ervoor dat witte voorwerpen wit worden weergegeven, ongeacht de kleur van de lichtbron. De standaardinstelling (j) wordt aanbevolen voor de meeste lichtbronnen. Als de gewenste resultaten niet kunnen worden verkregen met automatische witbalans, kies dan een optie zoals hieronder beschreven.
Witbalans kan worden geselecteerd met behulp van de Witbalans-items in het i-menu en de foto- en filmopnamemenu’s (0 Witbalans, Witbalans, Witbalans).
Bij standaardinstellingen kan witbalans ook worden geselecteerd door de Fn1-knop ingedrukt te houden en aan de hoofdinstelschijf te draaien (0 De functieknoppen (Fn1 en Fn2)).
Wanneer 4 (Automatisch) of I (Tl-licht), K (Kies kleurtemperatuur) of L (Handmatige voorinstelling) is geselecteerd, kunt u een sub-optie kiezen door de Fn1-knop ingedrukt te houden en aan de secundaire instelschijf te draaien.
Optie | K * | Beschrijving | ||
---|---|---|---|---|
4 | Automatisch | Witbalans wordt automatisch aangepast voor optimale resultaten met de meeste lichtbronnen. Bij gebruik van een optionele flitser, wordt de witbalans aangepast conform het licht dat de flitser produceert. | ||
Wit behouden (minder warme kl.) | 3.500-8.000 | Elimineer warme kleurzweem veroorzaakt door gloeilamplicht. | ||
Algemene sfeer behouden | Behoud voor een deel een warme kleurzweem veroorzaakt door gloeilamplicht. | |||
Kleur warm licht behouden | Behoud een warme kleurzweem veroorzaakt door gloeilamplicht. | |||
D | Automatisch daglicht | 4.500-8.000 | Bij gebruik met natuurlijk licht produceert deze optie kleuren die dichter bij de kleuren liggen die met het blote oog worden gezien. | |
H | Direct zonlicht | 5.200 | Gebruik voor onderwerpen die worden verlicht door direct zonlicht. | |
G | Bewolkt | 6.000 | Gebruik bij daglicht onder een bewolkte hemel. | |
M | Schaduw | 8.000 | Gebruik bij daglicht met onderwerpen in de schaduw. | |
J | Gloeilamplicht | 3.000 | Gebruik bij gloeilampverlichting. | |
I | Tl-licht | Gebruik bij tl-verlichting; kies lamptype overeenkomstig de lichtbron. | ||
Natriumdamplampen | 2.700 | |||
Warm wit tl-licht | 3.000 | |||
Wit tl-licht | 3.700 | |||
Koel wit tl-licht | 4.200 | |||
Dag wit tl-licht | 5.000 | |||
Daglicht tl-licht | 6.500 | |||
Kwikdamp op hoge temp. | 7.200 | |||
5 | Flitslicht | 5.400 | Gebruik dit met studiostroboscoopverlichting en andere grote flitsers. | |
K | Kies kleurtemperatuur | 2.500–10.000 | Kies de kleurtemperatuur uit de lijst met waarden of door de Fn1-knop ingedrukt te houden en aan de secundaire instelschijf te draaien. | |
L | Handmatige voorinstelling | — | Meet de witbalans voor het onderwerp of de lichtbron (houd Fn1-knop ingedrukt om naar directe metingstand te gaan, 0 Handmatige voorinstelling), kopieer de witbalans vanaf een bestaande foto of kies een bestaande waarde door de Fn1-knop ingedrukt te houden en aan de secundaire instelschijf te draaien. |
Kleurtemperatuur. Alle waarden zijn bij benadering en komen niet overeen met fijnafstelling (indien van toepassing).
D (“Automatisch daglicht”)
D (Automatisch daglicht) produceert mogelijk niet de gewenste resultaten onder kunstlicht. Kies 4 (Automatisch) of een optie die overeenkomt met de lichtbron.
Studioflitslicht
4 (Automatisch) produceert mogelijk niet de gewenste resultaten met grote studioflitsers. Gebruik vooringestelde witbalans of stel witbalans in op 5 (Flitslicht) en gebruik fijnafstelling om witbalans aan te passen.
Fijnafstelling witbalans
Bij andere instellingen dan Kies kleurtemperatuur kan witbalans worden verfijnd met behulp van de Witbalans-items in het i-menu en de foto- en filmopnamemenu’s (0 Fijnafstelling witbalans).
4 (“Automatisch”)
De foto-informatie voor foto’s gemaakt met behulp van automatische witbalans bevat de kleurtemperatuur geselecteerd door de camera en het tijdstip dat de foto werd gemaakt. U kunt dit als referentie gebruiken bij het kiezen van een waarde voor Kies kleurtemperatuur. Ga, om opnamegegevens te bekijken tijdens weergave, naar Weergaveopties in het weergavemenu en selecteer Opnamegegevens.
Kleurtemperatuur
De waargenomen kleur van een lichtbron varieert volgens de kijker en andere omstandigheden. Kleurtemperatuur is een objectieve maateenheid voor de kleur van een lichtbron, die wordt gedefinieerd met betrekking tot de temperatuur waarop een voorwerp zou moeten worden verhit om licht met dezelfde golflengte uit te stralen. Terwijl lichtbronnen met een kleurtemperatuur in de buurt van 5.000–5.500 K er wit uitzien, zien lichtbronnen met een lagere kleurtemperatuur, zoals gloeilampen, er enigszins geel of rood uit. Lichtbronnen met een hogere kleurtemperatuur hebben een blauwe zweem.
Kies in het algemeen lagere waarden als uw foto's een rode zweem hebben of om opzettelijk kleuren kouder te maken, hogere waarden als uw foto's een blauwe zweem hebben of om opzettelijk de kleuren warmer te maken.