Secundaire flitsers kunnen worden bestuurd via optische signalen van een optionele flitser die is bevestigd op de accessoireschoen van de camera en functioneert als hoofdflitser (optische AWL; voor informatie over compatibele flitsers, zie “Het Nikon Creatief Verlichtingssysteem”, 0 Het Nikon Creatief Verlichtingssysteem). Als het een SB-5000- of SB-500-flitser betreft, kunnen instellingen worden aangepast vanaf de camera (zie hieronder); anders moeten instellingen worden aangepast met behulp van de flitserbediening, zoals beschreven in de documentatie die is meegeleverd met de eenheid. Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd met de flitsers voor informatie over flitserplaatsing en andere onderwerpen.

Optische AWL gebruiken met de SB-5000 of SB-500

Bevestig de flitser op de accessoireschoen van de camera en selecteer Optische AWL voor Flitserregeling > Opties voor draadloos flitsen in het foto-opnamemenu. Instellingen voor groepsflitsen kunnen worden aangepast met behulp van Flitserregeling > Regeling secundaire flitser; het item Regeling secundaire flitser voor de SB-5000 beschikt ook over instellingen voor Snelle draadloze bediening en Gelijktijdig stroboscopisch flitsen.

De SB-5000

Wanneer een SB-5000 op de accessoireschoen van de camera is bevestigd, kunnen instellingen voor Flitserregeling ook worden gewijzigd met behulp van de bediening op de flitser.

Groepsflitsen

Selecteer deze optie om instellingen afzonderlijk voor elke groep aan te passen.

  1. C: Selecteer Groepsflitsen.

    Selecteer Groepsflitsen voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu.

  2. C: Selecteer Opties voor groepsflitsen.

    Markeer Opties voor groepsflitsen in de flitserregelingsweergave en druk op 2.

  3. C: Pas instellingen voor de hoofdflitser aan.

    Kies de flitserregelingsstand en het flitsniveau voor de hoofdflitser en de flitsers in elke groep:

    • TTL (DDL): i-DDL-flitserregeling.
    • qA: Automatisch diafragma (alleen beschikbaar voor compatibele flitsers)
    • M: Kies het flitsniveau handmatig
    • – – (uit): De eenheden flitsen niet en het flitsniveau kan niet worden aangepast.

    Kies een kanaal voor de hoofdflitser. Als één van de secundaire flitsers een SB-500 betreft, moet u kanaal 3 kiezen, anders kunt u een kanaal tussen 1 en 4 kiezen.

  4. f: Stel de secundaire flitsers in op hetzelfde kanaal als de hoofdflitser.

    Stel de secundaire flitsers in op het kanaal geselecteerd in Stap 3.

  5. f: Groepeer de secundaire flitsers.

    Kies een groep (A, B of C, of als u hoofdflitser SB-500 gebruikt, A of B) voor elke secundaire flitser. Hoewel er geen limiet bestaat voor het aantal secundaire flitsers dat kan worden gebruikt, is praktisch gezien drie per groep het maximum. Bij meer dan dit aantal zal het licht dat wordt afgegeven door de secundaire flitsers de prestaties aantasten.

  6. C/f: Stel de opname samen.

    Stel de opname samen en stel de flitsers op. Zie de documentatie meegeleverd met de flitsers voor meer informatie. Druk, na het opstellen van de eenheden, op de testknop van de hoofdflitser om de flitser te laten testflitsen en controleer of de eenheden normaal functioneren. Voor flitsers kan een testflits ook worden uitgevoerd door op de i-knop te drukken in de flitserinformatieweergave (0 Flitserinstellingen wijzigen) en c Testflits te selecteren.

  7. C/f: Maak de foto.

    Maak de foto na controle of de flitsgereedlampjes voor alle flitsers branden.

Snelle draadloze bediening (alleen SB-5000)

Selecteer deze optie om de algehele flitscorrectie voor en de relatieve balans tussen groep A en B te regelen, terwijl voor groep C de sterkte handmatig wordt ingesteld.

  1. C: Selecteer Snelle draadloze bediening.

    Selecteer Snelle draadloze bediening voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu.

  2. C: Selecteer Opties snelle draadl. bediening.

    Markeer Opties snelle draadl. bediening in de flitserregelingsweergave en druk op 2.

  3. C: Pas flitserinstellingen aan.

    Kies de balans tussen groep A en B.

    Pas flitscorrectie aan voor groep A en B.

    Kies een flitserregelingsstand en flitsniveau voor de eenheden in groep C:

    • M: Kies het flitsniveau handmatig.
    • – –: De eenheden in groep C flitsen niet.

    Kies een kanaal voor de hoofdflitser. Als één van de secundaire flitsers een SB-500 betreft, moet u kanaal 3 kiezen, anders kunt u een kanaal tussen 1 en 4 kiezen.

  4. f: Stel de secundaire flitsers in op hetzelfde kanaal als de hoofdflitser.

    Stel de secundaire flitsers in op het kanaal geselecteerd in Stap 3.

  5. f: Groepeer de secundaire flitsers.

    Kies een groep (A, B of C). Hoewel er geen limiet bestaat voor het aantal secundaire flitsers dat kan worden gebruikt, is praktisch gezien drie per groep het maximum. Bij meer dan dit aantal zal het licht dat wordt afgegeven door de secundaire flitsers de prestaties aantasten.

  6. C/f: Stel de opname samen.

    Stel de opname samen en stel de flitsers op. Zie de documentatie meegeleverd met de flitsers voor meer informatie. Druk, na het opstellen van de eenheden, op de testknop van de hoofdflitser om de flitser te laten testflitsen en controleer of de eenheden normaal functioneren. Voor flitsers kan een testflits ook worden uitgevoerd door op de i-knop te drukken in de flitserinformatieweergave (0 Flitserinstellingen wijzigen) en c Testflits te selecteren.

  7. C/f: Maak de foto.

    Maak de foto na controle of de flitsgereedlampjes voor alle flitsers branden.

Gelijktijdig stroboscopisch flitsen (alleen SB-5000)

Wanneer deze optie is geselecteerd, zullen de flitsers herhaaldelijk flitsen terwijl de sluiter open is, waardoor het effect van een meervoudige belichting ontstaat.

  1. C: Selecteer Gelijktijdig stroboscopisch flitsen.

    Selecteer Gelijktijdig stroboscopisch flitsen voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu.

  2. C: Selecteer Opties gelijktijdig strobos. flitsen.

    Markeer Opties gelijktijdig strobos. flitsen in de flitserregelingsweergave en druk op 2.

  3. C: Pas flitserinstellingen aan.

    Kies het flitsniveau (Sterkte), het maximumaantal keren dat de flitsers flitsen (Aantal) en het aantal keren dat de flitsers per seconde flitsen (Frequentie).

    Schakel geselecteerde groepen in of uit. Selecteer ON (AAN) om de geselecteerde groep in te schakelen, – – om de geselecteerde groep uit te schakelen.

    Kies een kanaal voor de hoofdflitser. Als één van de secundaire flitsers een SB-500 betreft, moet u kanaal 3 kiezen, anders kunt u een kanaal tussen 1 en 4 kiezen.

  4. f: Stel de secundaire flitsers in op hetzelfde kanaal als de hoofdflitser.

    Stel de secundaire flitsers in op het kanaal geselecteerd in Stap 3.

  5. f: Groepeer de secundaire flitsers.

    Kies een groep (A, B of C) voor elke secundaire flitser. Hoewel er geen limiet bestaat voor het aantal secundaire flitsers dat kan worden gebruikt, is praktisch gezien drie per groep het maximum. Bij meer dan dit aantal zal het licht dat wordt afgegeven door de secundaire flitsers de prestaties aantasten.

  6. C/f: Stel de opname samen.

    Stel de opname samen en stel de flitsers op. Zie de documentatie meegeleverd met de flitsers voor meer informatie. Druk, na het opstellen van de eenheden, op de testknop van de hoofdflitser om de flitser te laten testflitsen en controleer of de eenheden normaal functioneren. Voor flitsers kan een testflits ook worden uitgevoerd door op de i-knop te drukken in de flitserinformatieweergave (0 Flitserinstellingen wijzigen) en c Testflits te selecteren.

  7. C/f: Maak de foto.

    Maak de foto na controle of de flitsgereedlampjes voor alle flitsers branden.

Optische AWL

Positioneer de sensorvensters op de secundaire flitsers om het licht van de hoofdflitser over te nemen (wees extra voorzichtig als de camera niet op een statief is bevestigd). Zorg ervoor dat direct licht of sterke reflecties van de secundaire flitsers niet het objectief van de camera (in DDL-stand) of de fotocellen van de secundaire flitsers (qA-stand) binnendringen, omdat dit de belichting kan aantasten. Kies lage ISO-gevoeligheden of kleine diafragma’s (hoge f-waarden) om te voorkomen dat flitsen met lage intensiteitstiming die worden afgegeven door de hoofdflitser, in foto’s verschijnen die op korte afstand zijn gemaakt. Maak na het positioneren van de secundaire flitsers een testopname en bekijk de resultaten in de cameraweergave.