Pas de instellingen aan voor verbinding met een smartapparaat.

Koppelen ( Bluetooth )

Koppel of maak verbinding met slimme apparaten via Bluetooth .

Keuze

Beschrijving

[ Start koppelen ]

Koppel de camera met een smartapparaat ( Verbinden via Bluetooth ).

[ Gekoppelde apparaten ]

Maak een lijst van gekoppelde slimme apparaten of schakel van het ene apparaat naar het andere.

[ Bluetooth -verbinding ]

Selecteer [ Inschakelen ] om Bluetooth in te schakelen.

Selecteer om te verzenden ( Bluetooth )

Selecteer foto's om te uploaden naar een smartapparaat of kies of u foto's wilt markeren voor uploaden zodra ze worden gemaakt. Het uploaden begint onmiddellijk zodra er een verbinding tot stand is gebracht.

Keuze

Beschrijving

[ Automatisch selecteren om te verzenden ]

Als [ Aan ] is geselecteerd, worden foto's gemarkeerd voor uploaden naar een smartapparaat zodra ze worden gemaakt. Ongeacht de optie die met de camera is geselecteerd, worden foto's geüpload in JPEG formaat met een grootte van 2 megapixels. Foto's gemaakt tijdens het filmen worden niet automatisch geüpload. Foto's die tijdens het filmen zijn gemaakt, moeten handmatig worden geselecteerd om te uploaden.

[ Handmatig selecteren om te verzenden ]

Markeer geselecteerde foto's voor uploaden naar een smartapparaat.

[ Alles deselecteren ]

Verwijder de overdrachtsmarkering van alle afbeeldingen.

Wi-Fi -verbinding

Maak verbinding met slimme apparaten via Wi-Fi .

Breng Wi-Fi -verbinding tot stand

Breng een Wi-Fi -verbinding tot stand.

  • De SSID en het wachtwoord van de camera worden weergegeven. Om verbinding te maken, selecteert u de SSID van de camera en voert u het wachtwoord in op het smartapparaat ( Verbinding maken via Wi‑Fi (Wi‑Fi-modus) ).

  • Zodra er een verbinding tot stand is gebracht, verandert deze optie in [ Wi-Fi -verbinding sluiten ].

  • Selecteer [ Wi-Fi verbinding sluiten ] om de verbinding te beëindigen wanneer u dat wilt.

Wi-Fi -verbindingsinstellingen

Toegang tot de volgende Wi-Fi -instellingen:

Keuze

Beschrijving

[ SSID ]

Stel de SSID van de camera in.

[ Authenticatie/encryptie ]

Kies [ OPEN ] of [ WPA2-PSK -AES ].

[ Wachtwoord ]

Wijzig het camerawachtwoord.

[ Kanaal ]

Kies een kanaal.

  • Selecteer [ Auto ] om de camera het kanaal automatisch te laten kiezen.

  • Selecteer [ Handmatig ] om het kanaal handmatig te kiezen.

[ Huidige instellingen ]

Bekijk de huidige Wi-Fi -instellingen.

[ Verbindingsinstellingen resetten ]

Selecteer [ Ja ] om Wi-Fi -instellingen terug te zetten naar de standaardwaarden.

Verzenden terwijl uitgeschakeld

Als [ Aan ] is geselecteerd, gaat het uploaden van beelden naar smartapparaten die via Bluetooth zijn verbonden door, zelfs als de camera is uitgeschakeld.