De camera is uitgerust met twee geheugenkaartsleuven (Slots 1 en 2), waardoor gelijktijdig gebruik van twee geheugenkaarten mogelijk is.

  • Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert.

  • Houd de geheugenkaart in de aangegeven richting en schuif deze recht in de sleuf totdat deze op zijn plaats klikt.

Aantal resterende opnamen
  • Het opnamescherm en het bedieningspaneel tonen het aantal foto's dat met de huidige instellingen kan worden gemaakt.

  • Waarden boven de 1000 worden naar beneden afgerond op het dichtstbijzijnde honderdtal. Waarden tussen 8000 en 8099 worden bijvoorbeeld weergegeven als 8,0 k.

  • Als er geen geheugenkaarten zijn geplaatst, wordt een [–E–] -indicator weergegeven.

Slotpictogrammen

De locatie van de huidige foto wordt aangegeven door een pictogram in de linkerbenedenhoek van het afspeelscherm.

Geheugenkaarten verwijderen

Nadat u hebt gecontroleerd of het toegangslampje van de geheugenkaart uit is, schakelt u de camera uit, opent u het klepje van de geheugenkaartsleuf en drukt u op de kaart om deze uit te werpen ( q ). De kaart kan dan met de hand worden verwijderd ( w ).

Waarschuwing voor hoge temperatuur geheugenkaart

Zoals aangegeven op het label aan de binnenkant van het deksel van de geheugenkaartsleuf, kunnen geheugenkaarten heet worden wanneer ze in de camera worden geplaatst. Wacht tot eventuele waarschuwingen voor hoge temperaturen van het opnamescherm zijn verdwenen voordat u de camera en geheugenkaarten aanraakt.