Pas de ISO-gevoeligheidsinstellingen voor foto's aan.

Keuze

Beschrijving

[ ISO-gevoeligheid ]

Kies uit instellingen van ISO 64 tot 25600; de camera ondersteunt ook instellingen onder ISO 64 met ongeveer 0,3, 0,7 en 1 EV (equivalent aan ISO 32) en boven ISO 25600 met ongeveer 0,3, 0,7, 1 en 2 EV (equivalent aan ISO 102400).

[ Automatische ISO-gevoeligheidsregeling ]

Selecteer [ ON ] om automatische instelling van de ISO-gevoeligheid in te schakelen. Als [ UIT ] is geselecteerd, blijft [ ISO-gevoeligheid ] vast ingesteld op de waarde die door de gebruiker is geselecteerd. De opties [ Maximale gevoeligheid ], [ Maximale gevoeligheid met c ] en [ Minimale sluitertijd ] zijn beschikbaar wanneer [ AAN ] is geselecteerd.

[ Maximale gevoeligheid ]

Kies een bovengrens voor de ISO-gevoeligheid om te voorkomen dat deze te hoog wordt.

[ Maximale gevoeligheid met c ]

Kies de bovenste ISO-gevoeligheidslimiet voor foto's die zijn gemaakt met een optionele flitser.

[ Minimale sluitertijd ]

Kies de sluitertijd waaronder de automatische ISO-gevoeligheidsregeling in werking treedt om onderbelichting in de standen P en A te voorkomen; opties variëren van 1 / 16.000 tot 30 s. Als [ Auto ] is geselecteerd, kiest de camera de minimale sluitertijd op basis van de brandpuntsafstand van de lens. De camera kiest bijvoorbeeld automatisch kortere minimale sluitertijden om onscherpte veroorzaakt door cameratrilling te voorkomen wanneer een lange lens is bevestigd.

  • Om de opties voor automatische sluitertijdselectie te bekijken, markeert u [ Auto ] en drukt u op 2 . Automatische sluitertijdselectie kan worden verfijnd door een snellere of langzamere minimumwaarde te kiezen. Snellere instellingen kunnen worden gebruikt om onscherpte te verminderen bij het fotograferen van snel bewegende onderwerpen.

  • De sluitertijden kunnen onder het geselecteerde minimum dalen als er geen optimale belichting kan worden bereikt bij de ISO-gevoeligheid die is gekozen voor [ Maximale gevoeligheid ].