Kies hoe snel de scherpstelling reageert zodra iets voorbijkomt tussen het onderwerp en de camera in scherpstelstand AF-C. Kies uit waarden tussen 5. (Vertraagd) en 1 (Snel). Hoe hoger de waarde, des te trager de reactie en des te minder aannemelijk is het dat u de scherpstelling op uw oorspronkelijke onderwerp verliest. Hoe lager de waarde, des te sneller de reactie en des te gemakkelijker het is om de scherpstelling naar voorwerpen te verschuiven die uw gezichtsveld passeren. Merk op dat 2 en 1 (Snel) gelijk zijn aan 3 wanneer automatische veld-AF is geselecteerd voor AF-veldstand.

A Persoonlijke instellingen: fijnafstelling camera-instellingen

a: Autofocus

b: Lichtmeting/belichting

c: Timers/AE-vergrendeling

d: Opnemen/weergeven

e: Bracketing/flits

f: Bediening

g: Film