Kies de flitssynchronisatiesnelheid.

  • 1/200 sec. (automat. FP): Automatische snelle FP-synchronisatie wordt ingeschakeld voor compatibele flitsers en de maximale synchronisatiesnelheid voor andere flitsers wordt op 1/200 sec. ingesteld. Wanneer de camera een sluitertijd van 1/200 sec. in stand P of A toont, wordt automatische snelle FP-synchronisatie geactiveerd als de werkelijke sluitertijd korter is dan 1/200 sec. en sluitertijden die maximaal 1/8.000 kort zijn, kunnen door de camera (standen P en A) of door de gebruiker (standen S en M) worden geselecteerd.
  • 1/200 sec.–1/60 sec.: Stel de maximale flitssynchronisatiesnelheid in op de geselecteerde waarde.

Sluitertijd vast instellen op maximale flitssynchronisatiesnelheid

Kies, om sluitertijd bij de synchronisatiesnelheidslimiet in stand S of M vast te zetten, een snelheid die één instelling langer is dan de langst mogelijke snelheid (30 sec. of Tijd). In de weergave en het bedieningspaneel verschijnt, samen met de flitssynchronisatiesnelheid, een flitssynchronisatie-aanduiding (“X”).

Automatische snelle FP-synchronisatie

Automatische snelle FP-synchronisatie stelt de flitser in staat om te worden gebruikt bij de kortste sluitertijd ondersteund door de camera, zodat het maximale diafragma kan worden gekozen voor een verminderde scherptediepte, zelfs in fel zonlicht. De flitserinformatieweergave toont “FP” wanneer 1/200 sec. (automat. FP) is geselecteerd.

A Persoonlijke instellingen: fijnafstelling camera-instellingen

a: Autofocus

b: Lichtmeting/belichting

c: Timers/AE-vergrendeling

d: Opnemen/weergeven

e: Bracketing/flits

f: Bediening

g: Film