Verkrijg referentiegegevens voor de Image Dust Off-optie in NX Studio. Image Dust Off verwerkt NEF (RAW)-foto's om de effecten te verminderen die worden veroorzaakt door stof dat zich voor de beeldsensor van de camera hecht. Raadpleeg de online help van NX Studio voor meer informatie.
Referentiegegevens voor stofverwijdering verkrijgen
-
Kies een startoptie.
-
Markeer [ ] en druk op J om onmiddellijk het dialoogvenster [ ] weer te geven.
-
Markeer [ ] en druk op J om de beeldsensor te reinigen voordat u begint. Het dialoogvenster [ ] wordt weergegeven wanneer het reinigen van de beeldsensor is voltooid.
-
Om af te sluiten zonder de referentiegegevens voor stofverwijdering op te halen, drukt u op G .
-
-
Met de lens op ongeveer tien centimeter (vier inch) van een goed verlicht, wit object zonder karakter, kadreer het object zodat het het hele scherm vult en druk vervolgens de ontspanknop half in.
-
In de autofocusmodus wordt de scherpstelling automatisch ingesteld op oneindig.
-
Stel in de handmatige scherpstelmodus de scherpstelling handmatig in op oneindig.
-
-
Druk de ontspanknop helemaal in om referentiegegevens voor stofverwijdering op te halen.
-
De monitor wordt uitgeschakeld wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
-
Als het referentie-object te helder of te donker is, kan de camera mogelijk geen referentiegegevens voor stofverwijdering verkrijgen. In dat geval verschijnt er een bericht en keert de camera terug naar het scherm dat wordt weergegeven in stap 1. Kies een ander referentie-object en druk op opnieuw op de ontspanknop.
-
Referentiegegevens voor stofverwijdering die zijn opgenomen voordat de beeldsensorreiniging is uitgevoerd, kunnen niet worden gebruikt met foto's die zijn gemaakt nadat de beeldsensorreiniging is uitgevoerd. Selecteer [ ] alleen als de referentiegegevens voor stofverwijdering niet worden gebruikt met bestaande foto's.
-
Een FX-formaat lens met een brandpuntsafstand van minimaal 50 mm wordt aanbevolen.
-
Als u een zoomlens gebruikt, zoom dan helemaal in.
-
Gegevens over stofverwijdering kunnen niet worden verkregen wanneer een DX-lens is bevestigd.
-
Dezelfde referentiegegevens kunnen worden gebruikt voor foto's gemaakt met verschillende lenzen of met verschillende diafragma's.
-
Referentiebeelden kunnen niet worden bekeken met behulp van computer imaging software.
-
Er wordt een rasterpatroon weergegeven wanneer referentiebeelden op de camera worden bekeken.
