Als u [ AAN ] selecteert, kunnen aanpassingen die normaal worden gemaakt door een knop ingedrukt te houden en aan een instelschijf te draaien, worden gemaakt door aan de instelschijf te draaien nadat de knop is losgelaten. Dit eindigt wanneer de knop opnieuw wordt ingedrukt, de ontspanknop half wordt ingedrukt of de stand-by-timer afloopt.

  • [ Knop loslaten om draaiknop te gebruiken ] is van toepassing op de knoppen E , S ( Q ), BKT , c , I , c , g ( Fn4 ), T , U en scherpstelmodus.

  • [ Knop loslaten om draaiknop te gebruiken ] is ook van toepassing op bedieningselementen waaraan bepaalde rollen zijn toegewezen met behulp van Persoonlijke instelling f2 [ Aangepaste bedieningselementen (opnamen maken) ] of g2 [ Aangepaste bedieningselementen ].

A Aangepaste instellingen: fijnafstemming van camera-instellingen

een focus

b: Meting/belichting

c: Timers/AE-vergrendeling

d: Opnemen/weergeven

e: Bracketing/Flash

f: Bediening

g: Video